In opiniestukken in kranten bezigen economen meestal een duister proza. Zo ontspon zich kort geleden de discussie of Nederland goed af zou zijn met inflatie of deflatie. Zoveel economen, zoveel meningen. Als leek denk je algauw: ik snap er geen jota van. Economen blijken namelijk ook in de media vooral voor vakgenoten te schrijven. Over economie schrijven voor een algemeen publiek is weinigen gegeven. Dat moet toch anders kunnen?
Een econoom die laat zien dat het inderdaad anders kan, dat je op een toegankelijke manier over economische vraagstukken kunt schrijven, is de Rotterdamse econoom Arjo Klamer. Dat lukt hem ongetwijfeld omdat hij langere tijd in de Verenigde Staten doceerde, voordat hij aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam neerstreek als hoogleraar in de Economie van Kunst en Cultuur. In de VS heeft hij vast geleerd hoe je over de invloed van economische ontwikkelingen een verhaal kunt vertellen.
Klamer heeft als econoom oog voor waarden en vorming. Het gaat hem in het bijzonder om de waarden van cultuur. Hij was nauw betrokken bij de oprichting van de Academia Vitae in Deventer, waarin de principes van een brede klassieke academische vorming centraal stonden.
Akkefietje
Sinds vorig jaar is Klamer, behalve professor in Rotterdam, namens de SP wethouder Sociale Zaken en Participatie in zijn woonplaats Hilversum. Wonderlijk hoe een sociaaldemocraat als Klamer bij de Socialistische Partij is terechtgekomen. Maar er is wel een plausibele verklaring voor: hij zal zich verwant voelen aan de sociale bewogenheid van deze partij, ook al is het woord ‘socialistisch’ in de naamgeving eigenlijk een relict uit de vorige eeuw.
Klamers sociale bewogenheid heb ik zelf mogen ervaren, toen ik hoofdredacteur was van het Rotterdamse universiteitsblad Quod Novum. Er was destijds sprake van een akkefietje tussen trambestuurders en studenten. Trambestuurders weigerden nog langer studenten naar universiteitscampus Woudestein te vervoeren. Ik geloof dat ze de openbare orde hadden verstoord in de tram. Arjo Klamer vroeg ik op te treden als bemiddelaar. Hij stemde grif toe. Met een krat bier toog hij naar het stakingskamp, waar hij de trambestuurders wist te vermurwen. Hoe? De professor sprak gewone mensentaal die aansloeg.
Verkeerde verhaal
Afgelopen zaterdag werd van Arjo Klamer over de crisis in Griekenland een opiniestuk in de Volkskrant afgedrukt. Klamer pleit voor een Grexit. De Grieken moeten zich aan de wurggreep van de Europese Unie ontworstelen. “De euro is het verkeerde verhaal voor de economie van de toekomst”, aldus de SP-wethouder.
De euro sneeft of strompelt voort, omdat de leden van de EU nooit van zin waren een politieke unie te vormen. Klamer: “Europa is geen samenleving.” Je kunt het er mee eens of oneens zijn, maar er zit geen woord Frans bij. Recht voor zijn raap. En daarom zonneklaar.
De economische wetenschap heeft voor velen nog steeds de status van ‘harde’ wetenschap. Zo maakt de overheid graag gebruik van ‘economische modellen’ die worden ‘doorgerekend’. Overheidsbeleid en politieke keuzen zijn er op gebaseerd. De econometrie, het wiskundige broertje binnen de economische studie, is hier schatplichtig aan.
Kleur bekennen
Maar de studie van economie behoort eerder tot de menswetenschappen, waarin waarden belangrijk zijn. Economen zouden er goed aan doen, net als Arjo Klamer, om kleur te bekennen. Ze zouden duidelijk moeten maken vanuit welke visie zij economische analyses maken. Van daaruit zouden zij hun verhaal moeten vertellen.
Een econoom kan zich nog zo houden aan wetenschappelijke stelregels, iets wat niet minder dan een opdracht is, maar waardevrije uitspraken leveren zij niet. Zij nemen deel aan het maatschappelijk debat. Als ze dit onderkennen, komt dit hun opiniestukken in de kranten alleen maar ten goede. Dan gaat het om het verhelderen van een standpunt, puttend uit het arsenaal van economische principes. Die economische principes, bijvoorbeeld van keynesiaanse of neoliberale snit, worden als munitie ingezet in iemands verhaal. Bijvoorbeeld dat de Europese Unie inderdaad geen samenleving is, maar een gemeenschap vanwege gedeelde waarden uit een rijk verleden. Wie durft?
Publicatiedatum: 1 mei 2015