Skip to main content

Woordgreep

Leiderschap is een door de twintigste eeuw beladen woord. Toch hoor je tegenwoordig alom weer het verlangen uitspreken naar ‘meer leiderschap’. Dat zal komen omdat velen het gevoel hebben in een chaotische tijd te leven. Een tijd van globalisering, migratie en terrorisme. Wat voor leiders behoeft onze tijd?

“Ik vind dat nu een fase is aangebroken dat een ander type leiderschap vraagt.” Dat zei afgelopen vrijdag de terugtredende korpschef Gerard Bouman van de Nationale Politie in de Volkskrant. Bouman ziet zichzelf genoodzaakt het stokje over te dragen aan een ander. “De korpsleiding komt meer op afstand te staan, als een raad van bestuur. Ik bemoei me juist  graag met de werkvloer. Dat zit in mijn temperament. Ik kan dingen in beweging zetten. Maar de passie om dat ook af te maken hoort minder bij mij.”

Puinhoop

Het ziet er eerder naar uit dat Bouman door minister Van der Steur de laan is uitgestuurd. Van de reorganisatie, die onder zijn leiding in gang is gezet, heeft hij een puinhoop gemaakt. Zesentwintig politiekorpsen, verspreid over het land, zijn in opperste staat van verwarring. De Nationale Politie heeft nog geen smoel. De politiedienst wordt geteisterd door grootscheepse bezuinigingen. Hoezo voldeed het leiderschap van Gerard Bouman als korpschef?

Interessant is dat Bouman stelt dat er verschillende vormen van leiderschap zijn. Hij is een leider die ‘dingen in beweging brengt’. Het uitvoeren – het  ‘implementeren’ – van gewenste veranderingen (verbeteringen) ligt hem niet. De uitwerking van ‘het concept’ laat hij liever aan anderen over. Daarvoor is hij niet in de wieg gelegd.

Grote leiders

Bouman verwart leiderschap met managementkwaliteit. Een manager begeleidt veranderingsprocessen, zorgt ervoor dat die in goede banen worden geleid. Met een ‘ander type leiderschap’ bedoelt hij in feite iemand met uitgesproken managementvaardigheden. Maar is het waar? Geeft de leider gestalte aan het grote idee en bemoeit de manager zich met de uitvoering daarvan?

De geschiedenis laat zien dat er grote leiders zijn geweest die, na een grote verandering in gang te hebben gezet, aan het roer bleven. Bijvoorbeeld Helmut Kohl bij de hereniging van de beide Duitslanden: die verliet het schip van staat niet tussentijds. Of Gorbatsjov, die tot zijn schrik zag dat hij met zijn ‘glasnost’ en ‘perestrojka’ iets in gang had gezet dat onherroepelijk bleek te zijn. Toch ging hij er niet vandoor. En Margaret Thatcher die met haar rücksichtslose neoliberale beleid de maatschappelijke structuur van Engeland op z’n kop zette.

Toegegeven, dit zijn grote leiders, waarbij korpschef Bouman schriel afsteekt. Nederland is sowieso traditiegetrouw geen land van grote leiders. Als premier hebben we een ginnegappend lachebekje. Niet iets dat hem onmiddellijk allure verleent. Ook van de andere fractievoorzitters straalt niet het aura van leiderschap af.

Respect en gezag

Maar wat is leiderschap dan precies? Mij lijkt dat je het in de eerste plaats moet verbinden met een visie voor de lange termijn: hoe moet die in de ogen van een leider gestalte krijgen? Een leider is in staat om een belangrijk deel van zijn kiezersschare achter zich te krijgen, die ook in zijn visie te doen geloven. Een leider krijgt hiervoor respect van zijn of haar aanhang.

Het vergt moed om een radicale verandering te bepleiten. Een leider onderscheidt zich door moed. Onze huidige politieke leiders blinken er niet in uit; ze laten zich in hun uitspraken te veel leiden door fluctuerende kiezerspeilingen. Dan gaat het om de vraag wat ‘de kiezer’ wil. De kiezer wordt naar de mond gepraat. Waarom spreken onze politieke leiders zich niet ondubbelzinnig uit over Europa, vluchtelingen en andere actuele thema’s? Nee, het is pappen en nathouden. In Nederland hebben we geen Angela Merkel. Alleen Wilders is ondubbelzinnig in zijn uitlatingen, maar hij is een antipoliticus: hij zegt slechts waar hij tégen is; hij spreidt geen visie ten toon.

Charisma

Een leider hoeft niet per se charisma te hebben, in Nederland is dat in ieder geval geen must. Er zijn in de bestuurlijke wereld leiders die zich op een bescheiden manier onderscheiden. Burgemeester Achmed Aboutaleb bijvoorbeeld, die in Rotterdam respect afdwingt. En Eberhard van der Laan, die vrijdag bekendmaakte in te zijn voor een tweede termijn als burgemeester. Daarbij gaf hij aan het wel kalmer aan te willen doen. Van der Laan: “Amsterdammers snappen ook wel dat je niet over de kop moet werken.” Een burgemeester die zich niet als ‘Macher’ presenteert, daar houden wij Nederlanders wel van. Een leider die dicht bij de bevolking staat, de taal van gewone mensen spreekt; van wie zij het gevoel hebben dat hij of zij hen vertegenwoordigt. Van der Laan wordt door bijna alle politieke partijen in de hoofdstad lof toegezwaaid. Ze zien hem nog graag in functie. De politiemannen en -vrouwen weeklaagden daarentegen niet toe zij hoorden dat korpschef Gerard Bouman de kuierlatten nam.

Publicatiedatum: 7 oktober 2015

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Uw reactie