De bedrijfsleider is in diskrediet gebracht! Felix Rottenberg serveerde Diederik Samson in het recente jubileumnummer van Vrij Nederland af als ‘de bedrijfsleider van het kabinet’.
Rottenberg bedoelde hiermee dat Samson goed op de winkel past, dat hij de ingeslagen koers van het kabinet vasthoudt, maar als fractievoorzitter en politiek leider van de PvdA haar idealen verkwanselt. Ook zou Samson geen ‘eigen geluid’ in de Tweede Kamer laten horen.
Politiek theater
Ooit onderscheidde VVD-fractievoorzitter Frits Bolkestein zich in de Kamer met een dissonante toon, terwijl zijn partij regeringsverantwoordelijkheid droeg. Hij liet zich vanuit de Kamer voortdurend kritisch uit over het kabinetsbeleid, alsof hij er niets mee te maken had, er niets met hem was bekokstoofd, hij zich niet had gecommitteerd. Ook Halbe Zijlstra, de huidige fractievoorzitter van de VVD, neemt regelmatig een eigenzinnige positie in, daarmee suggererend dat hij niet aan de leiband van het kabinet loopt. Ze beheersen het politieke theater tot in de puntjes.
Mogelijk speelt Diederik Samson het politieke spel minder goed, maar mij gaat het nu vooral om de negatieve connotatie die Rottenberg geeft aan de ‘bedrijfsleider’.
Middenklassepartij
Een bedrijfsleider is níet iemand die slechts op de winkel past. Neem de supermarkt. Elke supermarkt kent een bedrijfsleider. Een bedrijfsleider valt in een winkel altijd te herkennen doordat hij een keurig confectiepak draagt, met daaronder lichtbruine leren schoenen. Dat is zeg maar zijn representatieve voorkomen.
Hij (altijd een hij) heeft een logistieke taak (wat moet er worden ingekocht en wanneer?), maar hij moet ook goed nadenken over hoe hij een sfeer creëert waardoor de klanten zich in de winkel thuis voelen. En dat is geen sine cure, want de concurrentie tussen de supers is groot. Vandaar dat er bij de ingang van mijn supermarkt staat te lezen, naast een foto van het vrolijke hoofd van de bedrijfsleider: “Wij doen ons best om het u elke dag naar de zin te maken.” Een bedrijfsleider behoort zodoende niet minder dan een visie op het winkelen te hebben.
Diederik Samson is nu juist géén bedrijfsleider. Hij draagt geen visie uit op hoe hij de ‘winkelende’ (d.i. zwevende) kiezer aan de PvdA kan binden. Vele jaren was de PvdA als sociaaldemocratische partij in staat om zowel de arbeidersklasse (tegenwoordig aangeduid als de ‘sociaal kwetsbare groepen’) als de middenklasse te bedienen. Samson en Lodewijk Asscher hebben deze spagaat achter zich gelaten en kozen definitief voor de middenklasse. Daarmee dreigt de PvdA een kloon van D66 te worden, terwijl de partij veel potentiële kiezers richting de SP en de PVV duwt. Kortom, de huidige visie van PvdA schiet te kort, want is zelfdestructief; de aanhang slinkt alarmerend. Doodzonde is het.
Geknakt imago
Ondertussen is ‘de bedrijfsleider’ door de uitlating van Rottenberg het haasje. Er is in de media veel over gesproken. Het geeft aan dat woorden niet waardevrij zijn. En dat de connotatie die wordt toegekend aan een woord snel kan veranderen. De bedrijfsleider wordt onrecht gedaan, het beeld is al gekanteld, het imago geknakt. Daar helpt geen lieve moedertje meer aan. Het komt erop aan dat de bedrijfsleiders het heft in handen nemen en zelf hun imago opvijzelen. De inzet is om op de imagolijst te stijgen en om te beginnen beroepsgroepen als die van de leraar en de journalist, ook niet hoog aangeschreven, te passeren. Hoe? Door als bedrijfsleider bijvoorbeeld in een supermarkt op een positieve manier contact te leggen met het winkelende publiek. “Fijn dat u bij ons boodschappen komt doen!”, lees ik in mijn super. Je voelt je gelijk welkom.
De PvdA heeft een goede bedrijfsleider nodig.
Publicatiedatum: 16 september 2015