Het woord ‘visie’ wordt nogal eens verkeerd uitgelegd. Sommigen zien het als een blauwdruk van een gedroomde toekomst. Een visie is echter geen droom. Het is een voorstelling van de toekomst, een gedurfde uitspraak gebaseerd op realistische aannames.
‘Visie is als de olifant die het uitzicht belemmert’, verklaarde Mark Rutte in de H.J. Schoo-lezing, die hij begin september hield. ‘Als visie een blauwdruk voor de toekomst betekent, dan verzet alles wat liberaal is in mij zich daartegen.’ Geen gedroomd toekomstbeeld voor de premier, nee, hij stelt een nuchtere benadering voor. Zijn ‘no nonsense’-aanpak is die van de VVD: de overheid treedt verder terug en de burger wordt aangespoord tot het nemen van meer initiatief. Het is de riedel die we al lang kennen van de liberalen.
Idee-fixe
Een bedrijf ontwikkelt een visie voor de komende drie tot vijf jaar. In welke maatschappelijke omgeving zit zo’n bedrijf na een paar jaar, in aanmerking genomen dat onze samenleving razendsnel verandert? De kunst is om van te voren de contouren te schetsen, en met producten of dienstverlening daarop in te spelen.
De vraag is of premier Rutte weet in te spelen op veranderingen in de maatschappij. Het proces van globalisering gaat onverminderd door. ‘Brussel’ trekt steeds meer bevoegdheid naar zich toe en de natiestaat staat onder druk. Ondertussen is het de VVD als regerende partij niet gelukt om de overheid kleiner te maken. Het idee van een kleinere overheid staat haaks op dat van een geleide economie, waarin de overheid in het economisch proces juist de sturende spil is. En laat dat nu al jaar en dag de praktijk zijn. Rutte wil dan wel niet dromen, maar hij hangt een idee-fixe aan.
Doelgroependenken
Onze bestuurders wordt verweten dat zij geen visie aan de dag leggen welke kant het met ons land op moet. Zij slaan geen piketpaaltjes in het politieke landschap van de nabije toekomst. Ze rommelen maar wat aan en ze tonen geen smoel. Het zijn leiders die voortdurend angstvallig de opiniepeilingen in de gaten houden, zoals de schommelende AEX op de beurs. Dáár spelen ze op in met hun beleid. Ze praten de kiezers naar de mond, bang om hun aanhang te verliezen. Dit is een uitwas van het vermaledijde ‘doelgroependenken’: uitsluitend handelen naar de (vermeende) wensen en verlangens van de doelgroep.
Dat het anders kan bewijst Angela Merkel, de bondskanselier van Duitsland. Tijdens een CDU-partijcongres op 14 december sprak zei: ‘De klassieke scheidslijn tussen buitenlandse en binnenlandse politiek is niet meer herkenbaar. Ze is vloeibaar geworden. Wij hebben twee mogelijkheden om op die ontwikkeling te reageren. De ene mogelijkheid is om uit angst daarvoor ons van de wereld af te sluiten. Maar afsluiting is in de eenentwintigste eeuw geen zinvolle optie.’
Inhakend op de massale instroom van vluchtelingen in Duitsland, in 2015 rond één miljoen, vervolgde Merkel: ‘In plaats daarvan moeten we, nadat we zo lang van de voordelen van globalisering hebben geprofiteerd, niet alleen de risico’s zien van de toestroom maar ook de kansen erkennen, hoe moeilijk dat ook is. Ik ben ervan overtuigd dat als we het goed doen, de kansen veel groter zijn dan de risico’s.’ En zij benadrukte: ‘We zijn niet naïef, maar laten ons evenmin leiden door angst en pessimisme.’
Hier spreekt een leider, in de traditie van charismatische voorgangers als Konrad Adenauer en Helmut Kohl, die getuigt van moed; die haar kiezers, en zeker haar aanhangers van de CDU, geen honing om de mond smeert. Ze toont, ja, visie. Kom daar in ons eigen land eens om.
Schuttersputje
Frans Timmermans, vicevoorzitter van de Europese Unie, is daarin de spreekwoordelijke uitzondering. In zijn onlangs verschenen boekje ‘Broederschap’ breekt hij een lans voor ‘verbondenheid’. Zijn pleidooi is nogal soft en hij doet weinig concrete voorstellen. Daarom heeft zijn ‘pamflet’ veel weg van de recente kerstrede van onze koning, die zijn woorden angstvallig op een weegschaaltje legde; het woord ‘vluchteling’ nam hij niet één keer in de mond. Toch neemt Timmermans af en toe stelling en komt hij met observaties die je als lezer wakker schudden.
‘We hebben niet veel aanleiding om met groot plezier of met voldoening terug te kijken op de eerste vijftien jaar van deze eeuw. Er is te veel mis gegaan. Daar hebben we te weinig tegen gedaan’, aldus Timmermans. En wel vaker betoont hij zich in zijn pamflet een ‘Realpolitiker’ in plaats van een predikant: We leven ‘in een wereld die permanent met migratievraagstukken zal worden geconfronteerd. Wat zetten we daartegenover?’. Hij beklemtoont dat de vluchteling in de eerste plaats een mens, een individu is. En geen categorie, zoals die van gelukzoekers.
Timmermans is zo realistisch dat hij niet uitsluit dat de ‘Europese samenwerking’ weleens zou kunnen stranden. Om dat te voorkomen moeten we als natiestaten niet in het schuttersputje blijven zitten. Wel gezamenlijk voorwaarden stellen aan de instroom van migranten, maar geen muren opwerpen. Rutte en Merkel zullen dit punt onderschrijven.
Timmermans is ook een pleitbezorger voor verdergaande integratie in Europa, met het recht als grondbeginsel. Daarin wijkt hij af van Rutte, die de Europese Unie slechts ziet als een economisch vehikel ten faveure van Nederlandse welvaart.
Komt Timmermans voor de dag met een blauwdruk van een gedroomde toekomst? Nee, hij heeft het lef een nieuwe weg in te slaan, gebaseerd op realistische aannames. Je kunt altijd langs de olifant kijken.
Publicatiedatum: 29 december 2015