Wiel Kusters houdt op 18 februari de eerste Kees Fens-lezing. Kusters publiceerde vorig jaar een biografie over Fens, waarin deze literaire criticus in relatie tot zijn werk voor het voetlicht treedt. Fens, de man die zich in het gezin vaak terugtrok op zijn werkkamer om er een stukkie voor de krant te schrijven, blijft wat onderbelicht.
Van Kees Fens wordt wel gezegd dat hij de beste literaire criticus van ‘na de oorlog’ was. Daar valt over te redetwisten, maar hij werd als criticus van de Volkskrant in ieder geval alom gerespecteerd. Gedurende lange tijd schreef hij wekelijks een of meerdere artikelen voor deze krant. Recensies of essays, overigens niet alleen over literatuur maar bijvoorbeeld ook over voetbal.
Tegen zijn studenten van de Frederik Muller Academie zei hij dat ze de Donald Duck moesten lezen. Hij verwachtte verder van ze dat ze iedere week een boek lazen, een knipselarchief bijhielden en in boekhandels rondneusden.
Jezuïeten
Kees Fens richtte samen met J.J. Overstegen en H.U. Jessurun d’Oliveira ‘Merlyn’ op. Dit literaire tijdschrift heeft, door de voorgestane methode van close reading, grote invloed uitgeoefend op het literatuuronderwijs. Generaties scholieren werden uitgedaagd om zo naar literaire teksten te kijken.
Fens had zelf als scholier de gedegen tekstanalyse geleerd van de jezuïeten. Als je al die talrijke stukken van hem leest, valt op hoe nauwgezet hij las. En dat hij een groot inlevingsvermogen aan de dag legde.
Een andere bekende literair criticus, de journalist H.A. Gomperts die het net als Fens tot ongediplomeerd hoogleraar letterkunde schopte, veegde de vloer aan met Merlyn. Volgens Gomperts bestaat de taak van de criticus uit het zelfstandig en oncontroleerbaar (sic!) oordelen, met zijn hoofd, maar ook met zijn hart en ingewanden. Alleen zo doet men recht aan de betekenis van literatuur in zijn tijd.
‘Levenscommentaar’
In feite was Kees Fens het met Gomperts eens. Hij stond geen wetenschappelijke benadering van het lezen voor. Wel zocht hij in literatuur naar het ‘levenscommentaar’. De katholieke Fens speurde in literatuur echter niet naar een katholieke ‘Weltanschauung’. Eerder zag hij het christendom, geboekstaafd, als aspect van onze eeuwenlange westerse cultuur.
Met je ingewanden lezen, het is in dit verband een opmerkelijke benadering. Fens liet zich namelijk eens ontvallen dat als hij zou worden opengesneden, men zou zien dat zijn ingewanden katholiek waren.
Op z’n merites
De docent Kees Fens ben ik misgelopen, wat ik jammer vind. Het schijnt dat hij bevlogen les gaf. Toen ik bij de opvolger van de Frederik Muller Academie kwam te werken, was hij er al weg. Hans Gomperts heb ik wel meegemaakt. Hij gaf in het sfeervolle Academiegebouw aan het Leidse Rapenburg boeiende hoorcolleges over negentiende-eeuwse letterkunde.
Fens en Gomperts bekeken de literatuur niet door een theoretische bril. Het waren, weliswaar verbonden aan de universiteit, geen literatuurwetenschappers. Daardoor waren ze gespeend van vooringenomenheid en waren ze in staat om literatuur op z’n merites te beoordelen. Door teksten voor zichzelf te laten spreken.
Wiel Kusters: ‘Mijn versnipperd bestaan. Het leven van Kees Fens 1929-2008.’ Uitgeverij Athenaeum—Polak & Van Gennep. Amsterdam 2014.
De tekst van de lezing van Wiel Kusters is vanaf 18 februari verkrijgbaar bij Athenaeum—Polak & Van Gennep.
Publicatiedatum: 4 februari 2015