Skip to main content

Troonrede 02

De Troonrede is niet bepaald een lekkerbekkende tekst. Hoe dat komt? Elk departement scheidt een stukje af en samen vormen alle stukjes het geheel. De uitdaging aan de koning is vervolgens deze tekst levendig voor te lezen. Dat ging hem overigens best goed af.

De Volkskrant heeft de Troonrede over twee pagina’s afgedrukt. Maar wie gaat deze stugge tekst lezen? Opvallend is dat de toelichting op de plannen, verderop in de krant, in een uitgesproken losse stijl worden opgedist. Daar is over nagedacht, daar zijn afspraken over gemaakt. Hoe breng je beleidsmaatregelen aan de man? Door toegankelijk, alledaags proza. Alsof je iemand hoort praten. Dan worden de artikelen misschien nog wel gelezen.

Facelift

Ook bij de ‘nieuwe’ Vrij Nederland is dit taalgebruik opmerkelijk. Behalve dat het blad een facelift heeft gekregen (het oog wil zich steeds meer verlustigen), is de tone-of-voice in de artikelen vaak luchtig. Niet dat Vrij Nederland voorheen uitblonk in ambtenarenproza, zeker niet, maar ook hier lijkt op papier steeds meer te worden gepraat. Het zal een manier zijn om de lezer bij de les te houden. En om hem en haar met genoegen het weekblad te laten lezen.

Maar het kan anders. Neem een blad als The Economist. Het taalgebruik hierin is klip en klaar. In veelal korte stukken wordt de situatie in de wereld besproken. Weldadig om te lezen. In kort bestek word je over uiteenlopende kwesties uitstekend geïnformeerd.

Aanpak

De kwestie is dus: kies je een aanpak waarbij je de lezer welhaast informeel informeert of kies je voor een kraakheldere, zakelijke stijl?

Die keuze hangt natuurlijk af van ‘de doelgroep’, maar in het geval van de Volkskrant en Vrij Nederland gaat mijn voorkeur uit naar de tweede aanpak.

Publicatiedatum: 18 september 2014

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Uw reactie