Afgelopen zondag werd in de Amsterdamse Rode Hoed gevierd dat Max Pam veertig jaar columnist is. Zowaar een mijlpaal. Dat roept de vraag op: is Pam een van de betere columnisten? Ik ben geneigd die vraag bevestigend te beantwoorden.
Het stikt in domineesland Nederland van de columnisten in dag- en weekbladen. Je hebt ze in alle soorten en maten. De een richt zich op alledaagse onderwerpen, de ander op politieke thema’s. Er zijn puntige en wijdlopige columnisten, stilisten en kromschrijvers.
Gemeen hebben ze, als het goed is, dat ze inhaken op de actualiteit. De columnist ventileert vanaf de kansel, een vast hoekje in krant of tijdschrift, zijn of haar mening over een recente gebeurtenis. Instemmend of verontwaardigd, ironisch of sarcastisch.
Rondtrekkende zzp’er
Max Pam schreef de afgelopen vier decennia columns voor Het Parool, de Volkskrant, NRC Handelsblad en Vrij Nederland. Als een nomade, i.c. een rondtrekkende zzp’er, trok hij van het ene naar het andere printmedium. Bij NRC Handelsblad werd hij eruit gegooid op het moment dat hij herstelde van een hersenbloeding. Behoor je niet tot de vaste kern van redacteuren dan kan het lot hard voor je zijn. Nietsontziend kun je stante pede de laan worden uitgestuurd. De kleine middenstander Max Pam heeft zich er meer dan eens over beklaagd.
Oplettendheid kan het columnistenleven rekken. Op dit moment heeft Pam een column in de Volkskrant en hij houdt de respons, online en offline, op zijn schrijfsels nauwlettend bij. Dat vertelde hij vorige week donderdag in het radioprogramma ‘Met het oog op morgen’. Op een stukje over de pas overleden uitgever Theo Sontrop kreeg hij relatief weinig reacties. Als het een paar weken lou loene is, geeft hij de statistieken een push door een meer controversieel onderwerp te behandelen zodat menig moraalridder in de pen klimt. Deze woensdag ging zijn column in de Volkskrant over ‘de mix van fascisme en links activisme’. Pam bracht dit te berde naar aanleiding van het (twee keer) bekladden van de voordeur van Thierry Baudet door een groepering die zich Radicaal Anarchistisch Feministisch Front (RAFF) noemt. Terecht haalt Pam de terroristische Rote Armee Fraktion (RAF) aan, die in de jaren zeventig het maatschappelijk leven in Duitsland trachtte te ontwrichten. De naam RAFF zal niet toevallig gekozen zijn. Hunt them down, besluit Pam zijn stukje.
Boosaardig
‘Beweringen en bewijzen’, staat er bovenin de rubriek van Max Pam in de Volkskrant. Goed gekozen, want deze columnist slikt niets voor zoete koek. Hij zoekt dingen uit, weet al dat het anders zit, probeert de waarheid boven water te halen. Max Pam is geen kletsmeier, hem gaat het om waarheidsvinding. Ook het genre van de column behoort tot het arsenaal van de journalistiek.
Vaak is Pam sardonisch in zijn columns: zijn spotternij is boosaardig. Zelf zegt hij in ‘Met het oog op morgen’ dat hij tegenwoordig ‘meer een ironische insteek heeft’. Is de oude Pam mild geworden? Ik geloof er niets van.
Hoe krijg je het voor elkaar om vier decennia lang fris van de lever in columns commentaar op het nieuws te geven? Dat vereist dagelijkse discipline; die van de eenpitter die zich realiseert dat er brood op de plank moet. Wat helpt, behalve een journalistieke radar, is belezenheid; en Pam is van vele markten thuis.
Aan den lijve
Hij beweert dat hij in de loop der jaren beter is gaan schrijven, maar dat waag ik te betwijfelen. Lees maar eens een column van twintig jaar terug en dan zie je dat hij toen al zijn niveau had bereikt. Een bepaalde signatuur in zijn schrijfstijl tekende zich af: die van een rücksichtslose scherprechter.
Dat Max Pam sardonisch is, heb ik aan den lijve ervaren. Toen ik hem ooit eens in de kroeg vertelde dat ik Joris Ivens op het filmfestival van Venetië de hand had geschud, reageerde hij met een vilein lachje: ‘Als ik dat had geweten, had ik jou zojuist geen hand gegeven.’ Ik was een beetje aangeslagen door die opmerking. Ivens was de Nederlandse regisseur van poëtische documentaires, maar stelde zijn films ook in dienst van communistische regimes.
‘Je wilt toch meer tegenspraak dan eensgezindheid in een column’, verklaarde Pam in ‘Met het oog op morgen’. Ik heb zo’n vermoeden dat hij ook in zijn persoonlijk leven gedijt bij tegenspraak. Hij zal een polemische natuur hebben, noodzakelijke brandstof van een goede columnist. In een interview met de Volkskrant afgelopen zaterdag doet hij er nog een schepje bovenop: ‘Ik ben rancuneus, wraakzuchtig. Ik onthoud alles. Als iemand dertig jaar geleden iets vervelends over me heeft geschreven, weet ik dat nog. En dan kan ik alsnog terugslaan, als een leeuw die plotseling uit zijn slaap ontwaakt. Maar ik heb wel besloten dat ik dat minder wil doen.’
Mijn ontmoeting met Joris Ivens zal dus in zijn geheugen staan gegrift. Hopelijk krijg ik enige clementie als ik nu vertel dat ik daarentegen de hand van Ronnie Brunswijk, ‘bloedbroeder’ van Desi Bouterse, heb geweigerd.
Vorige week verscheen van Max Pam de roman ‘Leviathan of het hart in de steen’. Uitgeverij Balans. Heb ik nog niet gelezen.
Wat een leuk stuk! Informatief en pittig geschreven.