Skip to main content

IMG_4158

Afgelopen zaterdag vond de Nexus-conferentie plaats, met als titel ‘The Last Revolution’. Prominente intellectuelen van over de grens debatteerden met elkaar over macht en vrijheid. Terugkerend thema: bestaat er een universele maatstaf voor individuele vrijheid? De ideologisch bevlogen denkers uit China en Rusland ontkenden dit met klem.

Het Nexus Instituut, dat debatten, lezingen en masterclasses organiseert, heeft een turbulente tijd achter de rug. In 2015 kondigde de Universiteit Tilburg aan de jaarlijkse subsidie van een half miljoen euro stop te zetten aan het instituut dat zich met zijn activiteiten baseert op het Europese cultuurgoed. Voor directeur en oprichter Rob Riemen was dit reden om met Nexus de wijk te nemen. Hij vond, niet geheel verrassend, domicilie in Amsterdam, al jaar en dag de locatie van de jaarlijkse Nexus-conferentie. Toen Riemen zaterdag aftrapte, vertelde hij dat er nieuwe sponsors waren gevonden: de Nationale Opera, het Concertgebouw en de Vrije Universiteit. Niet dat nu al genoeg geld bijeen is gesprokkeld, maar het is een goed begin. Eigenlijk is het onbegrijpelijk dat de Universiteit Tilburg de geldkraan richting het Nexus Instituut dichtdraaide. Een half miljoen euro is een hoop geld, maar in een tijd waarin ook universiteiten aan ‘branding’ doen is Riemens instituut een factor van betekenis; met internationale uitstraling.

Vuurwerk

Rob Riemen weet al jaren vooraanstaande intellectuelen naar Nederland te halen. Deze keer waren dat bijvoorbeeld de Amerikaanse strateeg Antony Blinken, de Russische politiek filosoof Aleksandr Dugin en de Chinese partijideoloog Zhang Weiwei. Mensen wier gedachtegoed uiteenloopt en om die reden kon in de discussies op vuurwerk worden gerekend.

De Nexus-conferentie vond voor de derde keer plaats in de zaal van de Nationale Opera, een geriefelijke locatie. Het heeft iets weg van een voorstelling: als publiek kijk je naar een aantal hotemetoten uit de hele wereld die met elkaar discussiëren over spraakmakende thema’s, terwijl er geen interactie met de zaal plaatsvindt. Ditmaal ging het over oorlog en vrede (m.n. in het Midden-Oosten) en over democratie en dictatuur (m.n. Europa en de Verenigde Staten tegenover Rusland en China). Op zo’n dag wordt nog eens duidelijk hoe weinig in ons land, voor een breed publiek, op hoog niveau wordt gedebatteerd over politiek interessante onderwerpen.

In de steek gelaten

De openingslezing verzorgde de Franse filosoof Bernard-Henri Lévi. Hij verving met verve zijn landgenoot en voormalig premier Dominique de Villepin. In een eloquente voordracht, waarbij hij de praktijk van alledag koppelde aan inzichten over vrijheid uit de Europese wijsbegeerte, wees hij erop dat de Koerden in Noord-Irak door de internationale gemeenschap in de steek zijn gelaten. Toen IS Irak overrompelde en de Iraakse regeringstroepen wegvluchtten, kozen de Koerdische strijdkrachten, de Peshmerga, voor de confrontatie. Uiteindelijk zouden zij grote gebieden van Noord-Irak bevrijden, met steun van de Verenigde Staten die luchtaanvallen uitvoerden op IS. Na het recente referendum over onafhankelijkheid onder de Koerden in Noord-Irak verschenen de tanks van het Iraakse bewind weer in deze contreien. Niemand stond toen de Koerden bij, ook bondgenoot de Verenigde Staten niet.

Lévi verbaasde zich er over dat vijf landen, waarvan we nog niet zo lang geleden dachten dat die waren uitgerangeerd, weer luidruchtig van zich laten horen: China (na de Culturele Revolutie), Irak (na de inval van de VS), Rusland (na de ineenstorting van de Sovjet-Unie), Saoedi-Arabië (met zijn parasiterende kliek) en Turkije (voordat Erdogan de macht naar zich toe trok). Dat komt vooral door de terugtrekkende bewegingen van de Verenigde Staten op het wereldtoneel, onder het motto ‘America first’. Maar ook de Europese landen lieten en laten het erbij zitten.

Het morele gelijk

In het eerste debat met als thema ‘De wereld van de macht’ werden de verschillende aspecten van macht besproken: de politieke, economische en culturele manifestaties ervan. Maar ook kwam de perceptie van macht aan bod. Machthebbers, i.c. gekozen politici in de westerse wereld, zouden het vertrouwen van hun burgers hebben beschaamd. Onze politieke en economische elites zouden geen moreel leiderschap meer tonen. Michael Žantovský, de Tjechische politicus die tijdens de Fluwelen Revolutie in 1989 een vooraanstaande rol vervulde, wees er snedig op dat het morele gelijk meestal ligt aan de kant van degenen die geen macht hebben.

Spannend was de discussie tussen Bernard-Henri Lévy en de Chinese vooraanstaande ideoloog Zhang Weiwei. Lévi verweet China  zijn minderheden, zoals de moslimgemeenschap, te onderdrukken. Voorts wees hij erop dat de gevangenissen in het land vol politieke gevangenen zitten; vrijheid van meningsuiting bestaat in China niet. Weiwei verdedigde zich door te zeggen: ‘Bij ons is “openbare orde” belangrijker dan “vrijheid van meningsuiting”. Jullie in het Westen denken het patent te hebben op universele ethische principes, maar die bestaan helemaal niet. Ze komen voort uit jullie Verlichtingsdenken, maar die principes zijn helemaal niet universeel. China heeft een beschaving die veel ouder is dan die van jullie en daarin is het denken van Confucius bepalend geweest, evenals de opeenvolgende dynastieën die in China de macht in handen hadden. De communistische partij is in feite een voorzetting van die dynastieën, maar dan aangepast aan de huidige tijd. De partij zorgt ervoor dat ons enorme land bijeenblijft en de welvaart toeneemt. Inmiddels hebben wij van alle landen ter wereld het hoogste bruto nationaal product, met de grootste middenklasse.’

Het was niet zo vreemd dat Weiwei zich zo fel verdedigde. De debaters die het Verlichtingsdenken aanhingen, waanden de westerse democratie – de open samenleving – superieur aan gesloten samenlevingen als die van China. Misschien werd dat niet met zoveel woorden uitgesproken, maar het was tijdens dit debat ook voor het publiek voelbaar.

Eurazianisme

In het tweede debat, dat als thema ‘De wereld van de vrijheid’ had, voerde de Russische politiek filosoof Aleksandr Dugin aan dat vrijheid in het Westen in feite negatief wordt omschreven. Het gaat bijvoorbeeld om vrijheid van slavernij en uitbuiting. Met deze negatieve omschrijving van het begrip vrijheid worden ook andere zaken uitgesloten. Welke dat zijn liet Dugin in het ongewisse, maar hij zag er wel een reden in om het westerse vrijheidsbegrip aan te duiden als ‘totalitair’. Zijn gesprekspartners uit ‘de vrije wereld’ wisten niet wat ze hoorden. Hun repliek was dat het westerse vrijheidsbegrip vooral betrekking heeft op de individuele vrijheid, de vrijheid zichzelf te zijn; het grootste goed in een democratische samenleving.

Dugin verdedigde zich met een etymologische uitleg van het Russische woord ‘mens’: dat zou verwijzen naar diens identiteit, het Russisch zijn, terwijl de uitleg van het woord ‘mens’ in het Westen direct in verband wordt gebracht met diens zogenaamde vrije wil. Dugin: ‘Wij Russen hangen minder aan “individualiteit”, die bezien wij in de sociale context, en daarom dragen wij die over aan een hogere instantie, aan degenen die ons besturen. Wij gaan ervan uit dat die ons beschermen. Dat was onder het bewind van de tsaren het geval, maar niet ten tijde van de Sovjet-Unie. In het huidige Rusland tekenen zich echter de contouren af van een nieuwe Russische beschaving.’

Dugin, ideologische grondlegger van de huidige Russische buitenlandpolitiek en een invloedrijk adviseur van president Poetin, is de oprichter van de Russische Euraziatische Partij en pleitbezorger van het eurazianisme: de theorie volgens welke Rusland een unieke culturele positie inneemt tussen Europa en Azië, onverenigbaar met westerse liberale waarden.

In het oog sprong de overeenkomstige gedachtegang van de Chinees Weiwei en de Rus Dugin. De eerste wees op de keizersdynastieën als bepalende factor in de beleving van het begrip ‘vrijheid’, de tweede deed dat met het tsarenrijk. Maar was de vrijheid van burgers onder deze regimes niet ver te zoeken? Als antwoord gebruikte Weiwei een metafoor: ‘Stel je het volk voor als het water dat de boot draagt waarin onze politieke leiders hebben plaatsgenomen. Dat water is in staat, indien noodzakelijk, de boot te laten kapseizen.’

Isolationisme

Anthonie Blinken, die als Deputy Secretary of State onder Obama leidinggaf aan de diplomatieke strijd tegen IS, wees erop dat de Verenigde Staten zich als geen ander land voor vrijheid en democratie in de wereld heeft ingezet, zoals in Rwanda, Bosnië en Kosovo. Door toedoen van president Donald Trump raakt het land meer in zichzelf gekeerd, maar die tendens staat niet op zichzelf. De neiging tot isolationisme komt vaker voor in de geschiedenis van de Verenigde Staten, ingegeven door de ontstaansgeschiedenis van het land: veel immigranten uit Europa kwamen naar de Nieuwe Wereld om hun geboortegrond vanwege vooral godsdienstige redenen voorgoed de rug toe te keren.

Nelofer Pazira, Afghaans-Canadees filmregisseur en schrijver, wees op de vernietiging van haar geboorteland Afghanistan, eerst door de Sovjet-Unie en vervolgens door de Verenigde Staten. Het land is platgebombardeerd, terwijl de Taliban weer oprukt. Zich wendend tot zowel Blinken als Dugin sprak Pazira sarcastisch: ‘Mag ik mijn beide gespreksgenoten hiervoor bedanken?’

De Lybische Shaha Riza, die zich als activist beijvert voor democratie in de Arabische wereld, had in het ochtendprogramma al gepleit voor ‘soft power’ als interventie. ‘Waarom kunnen de Amerikanen geen ziekenhuizen oprichten in de verwoeste steden van Syrië en Irak?’ Humanitaire hulp bieden in plaats van bommen gooien.

Goede graadmeter

Voor mij sloeg de Bulgaarse politicoloog Ivan Krastev de spijker op zijn kop toen hij inbracht: ‘We moeten onze nieuwsgierigheid naar de opvattingen van anderen niet verliezen.’ En gezegd moet worden dat tijdens deze Nexus-conferentie oprecht pogingen werden ondernomen om naar elkaar te luisteren. Ook werd er regelmatig gelachen, wat een goede graadmeter is voor een open discussie.

Het is makkelijk om vanuit een ‘eurocentrisch’ perspectief, waarbij het ‘humanisme’ hoog in het vaandel wappert, de opvattingen van ideologen als de Chinees Zhang Weiwei en de Rus Aleksandr Dugin onmiddellijk als onwaar terzijde te schuiven. Maar misschien houden ze ons ook wel ergens een spiegel voor. Er lijkt in Europa sprake van een ‘democratisch tekort’ doordat de politieke kaste, die van de Europese Unie voorop, als technocratisch overkomt: democratische dilemma’s worden aangepakt als praktische problemen die van bovenaf opgelost worden. Het gevolg is dat veel burgers zich van de politiek afkeren.

Individuele vrijheid in het Westen betekent steeds meer dat je op jezelf wordt teruggeworpen. Na afloop van de Nexus-conferentie zag ik de film ‘The Square’ van Ruben Östlund, en een paar dagen daarvoor de film ‘Happy End’ van Michael Haneke. In beide films komt de liefdeloosheid van egocentrische personages naar voren; hun onderlinge betrekkingen zijn verre van warm. Dit soort artistieke films beschouw ik als de barometer van onze tijd, in relatie tot mens en maatschappij. Misschien is het beeld dat ze oproepen overtrokken, maar ook zij houden ons een spiegel voor.

Dit brengt mij ten slotte op de slecht gekozen titel van deze Nexus-conferentie: ‘The Last Revolution’. Deze titel is ontleend aan de Russische Revolutie van honderd jaar geleden. Volgens Trotski zou dit de laatste revolutie zijn, omdat deze het fundament was van een nieuwe cultuur waarin de wereld van de macht de vrijheid dient. De geschiedenis laat zien dat Trotski het bij het verkeerde einde had. Macht beknot nog steeds, overal ter wereld, vrijheid. Maar alleen binnen een democratische samenleving kan macht getemperd worden. De bewijzen hiervoor zijn legio.

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Reageer ook 3 reacties

  • Bob Lagaaij schreef:

    Interessant & zeer behulpzaam, verslaggeving van conferenties als Nexus. Ik zit daar niet (altijd) op rij 20, maar heb wel belangstelling.

  • Pim Wiersinga schreef:

    Goed verslag maar verwarrend verhaal. Misschien was het, de lachmomenten ten spijt, ook een verwarrende bijeenkomst?

    Wat het onderwerp ingewikkeld maakt is dat ‘waarden’ zo ambivalent zijn; leidraden om eigen praktijken aan te toetsen en tegelijk ideologische dekmantels voor eigen praktijken. Verder betwijfel ik dat het humanisme ‘westers’ is, er zijn ook Chinese en Indiase varianten. Is er niet eerder sprake is van twee universele modellen waarvan het ene — de autoritaire natie, die welvaart biedt tegen inlevering van rechten — wereldwijd oprukt? Of dit nationaal-kapitalistisch model een Turks, Russisch, Amerikaans of Chinees gezicht heeft, maakt denk ik weinig uit.

    • Jelle Jeensma schreef:

      Dat waarden ambivalent zijn, heb ik ook wel proberen duidelijk te maken. Inderdaad bestaat er tegenwoordig een Humanistische Internationale, maar daarmee is niet gezegd dat het zaad van het humanisme – dat vanaf de Grieken ontkiemt in een individuele en onafhankelijke geest – gelijkelijk over de wereld is verspreid. In ieder geval heeft bijvoorbeeld het Chinese humanisme, mocht het al bestaan, tot op heden niet geleid tot een open, democratische samenleving, zoals wij dezer dagen weer eens uit de krant mochten vernemen.

Uw reactie