Skip to main content

De Beauvoir en Sartre

Van alle kanten is er kritiek op het neoliberalisme. Maar geen regering lijkt het beleid van laissez-faire kapitalisme te willen of kunnen stoppen. We zitten nu eenmaal in de mallemolen van de globalisering. Om zelf verandering in gang te zetten, is het goed om het neoliberalisme niet alleen economisch maar ook filosofisch te bezien.

Het neoliberalisme onderscheidt zich van het klassieke liberalisme doordat overheidsinvloed op de markt wordt toegestaan. De overheid in westerse landen, waaronder Nederland, werd vanaf de jaren tachtig aanjager van particuliere bedrijvigheid. Ook werden door de overheid allerlei nutsinstellingen afgestoten, zoals de posterij en het openbaar vervoer, die het algemeen belang dienden.

Enige decennia later kunnen we constateren dat dit neoliberaal beleid tot rampzalige gevolgen heeft geleid. Onvoorzien effect is vooral de toegenomen – economische – ongelijkheid in de samenleving.

Hand van de overheid

‘De hand van God’ van Adam Smith kreeg dus de helpende hand van de overheid, met als oogmerk het economisch tij te keren. Flexibilisering op de arbeidsmarkt, waaraan demissionair minister Lodewijk Asscher geloof hecht, zou daartoe een van de ‘instrumenten’ zijn. Het gevolg is dat steeds minder werkenden een vaste aanstelling hebben en steeds meer van hen een onzeker economisch bestaan leiden.

Liberalen van oude snit als Frits Bolkestein ontkennen dat er zoiets bestaat als neoliberalisme. En inderdaad ligt aan zowel liberalisme als neoliberalisme hetzelfde mensbeeld ten grondslag: de mens, die vrij is, moet alle ruimte krijgen om zich in de maatschappij – vooral economisch – te ontplooien.

Alles, maar dan ook echt alles wordt tegenwoordig ‘vermarkt’. Ook de mens is een verkoopproduct geworden. Iedere burger doet er goed aan zich in de markt te prijzen, door te doen aan ‘personal branding’, dat wil zeggen zich als ‘merk’ te positioneren. Het gaat dan voornamelijk om het opvoeren van een adequate ‘performance’. Het gevolg is dat in het beroepsonderwijs studenten uitstekend in staat zijn om een powerpointpresentatie te geven, maar dat die soms vol spelfouten staat. Goed schrijven en goed lezen behoren, vanwege de gelimiteerde contacttijd in het onderwijs, niet langer tot de belangrijkste ‘competenties’.

Nieuwe mens

Het draait om commerciële presentatie en niet om belangeloze reflectie. Ook de conceptuele fase in het zoeken naar een effectieve aanpak – het ‘brainstormen’, het ‘mind mappen’, het ‘out-of-the-box-denken’, het ‘uit je comfortzone komen’ – staat in het teken van een goede presentatie. Belangrijk is vooral om goed voor de dag te komen. Vorm is belangrijker dan inhoud.

Er valt iets voor te zeggen om de jaren zestig van de vorige eeuw te zien als de kraamkamer van het hedendaagse neoliberalisme. Toen werd de nieuwe mens gebaard, die autonoom wilde zijn, individualistisch en vrijheidslievend. Maar de ‘tegencultuur’ van destijds is allang door het kapitalisme ingelijfd.

Liever kijk ik naar de beweging die aan die romantische periode van de jaren zestig voorafging: die van het filosofisch existentialisme. Het existentialisme stelde naast de onontkoombare vrijheid van het individu diens verantwoordelijkheid in de wereld centraal. Dat komt ook naar voren in het boek van Sarah Bakewell, ‘De existentialisten’ uit 2016, dat nog in datzelfde jaar een Nederlandse vertaling kreeg. Met als ondertitel: ‘Filosoferen over vrijheid, zijn en cocktails.’ Het is een diepgravend boek, dat niettemin prettig is geschreven. Filosoof Sarah Baker doceert dan ook ‘creative writing’.

Sociale verantwoordelijkheid

In ‘De existentialisten’ wordt aan de hand van het gedachtegoed en de handelwijze van Franse denkers als Jean-Paul Sartre, Simone de Beauvoir en Albert Camus duidelijk dat het individu een sociale verantwoordelijkheid heeft. In het geval van Sartre leidt dat besef op latere leeftijd tot ontsporing, hij bekende zich tot het maoïsme, maar bij de meeste andere existentialisten is dat beslist niet het geval geweest.

In onze tijd vragen we ons af of die ‘individuele vrijheid’ illusoir is. Die scepsis wordt ingegeven door de dominante invloed van de neurowetenschappen, de genetica en de technologie die het mogelijk maakt om ons gedrag aan de hand van data-analyse en algoritmische voorspellingen in kaart te brengen. Ondertussen zetten we met z’n allen op Facebook en LinkedIn nietsvermoedend ons beste beentje voor.

Wie weet, misschien is die ‘individuele vrijheid’ inderdaad een illusie, maar we kunnen niet zonder. Alleen vanuit vrijheid kunnen we waarden ontwikkelen en verdedigen. Klip en klaar: waarden kunnen uitsluitend in vrijheid ontstaan.

Als we ervan overtuigd zouden zijn volstrekt gedetermineerd te zijn, voorbeschikt en voorbestemd, dan zouden we waarschijnlijk vervallen in apathie.

Medemenselijkheid

Hoe kunnen we op persoonlijk vlak tegenweer bieden aan het neoliberalisme? Allereerst door individuele verantwoordelijkheid altijd in relatie tot iets anders te zien. Tot de ander (dupeer ik hem of haar met mijn handelwijze?) en de natuur (hoe groot is mijn ‘voetafdruk’ in het milieu?). Zo houd je narcisme en egocentrisme eronder (je bent niet langer ‘master of the universe’) en gedraag je je socialer (met meer compassie).

Het sleutelwoord bij dit alles: medemenselijkheid, een belangrijke waarde. Een woord dat ontbreekt in het vocabulaire van het neoliberalisme.

Sarah Bakerwell: ‘De existentialisten. Filosoferen over vrijheid, zijn en cocktails. Uitgeverij Ten Have. Utrecht 2016. Prijs € 29,99.

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Reageer ook One Comment

Uw reactie