Skip to main content

Peter Vandermeersch

Bijna ongemerkt heeft zich bij NRC Handelsblad een ingrijpende verandering voorgedaan. De krant is nu echt crossmediaal geworden, waarbij de internetberichtgeving het uitgangspunt vormt.

Op zondag 29 oktober verwees hoofdredacteur Peter Vandermeersch op het einde van zijn zondagse nieuwsbrief nrc.nl>gespreksstof naar zijn blog van tien dagen daarvoor. Daarin schreef hij: ‘Heugelijk nieuws: na ruim twintig jaar heeft NRC zijn internetredactie afgeschaft.’

Heugelijk nieuws? Een uit de kluiten gegroeide internetredactie wordt opgedoekt. Is er sprake van een verkapte bezuinigingsmaatregel? Als buitenstaander heb ik daar onvoldoende zicht op. Wel is het zo dat Vandermeersch verklaart dat de redacteuren die deel uitmaken van de online redactie toegevoegd worden aan de deelredacties van de krant.

Digital first

In eerste instantie kostte het mij enige moeite om de gedachtegang van de hoofdredacteur in zijn blog te kunnen volgen. Dat zal ermee te maken hebben dat ik de printversie van NRC Handelsblad centraal stel. Fout! Vandermeersch: ‘NRC is in korte tijd een internetredactie geworden.’ Een paar regels verderop volgt zijn verklaring: ‘De redactie werkt digital first, dat wil zeggen: in eerste instantie voor digitaal.’

In 1995 werd gestart met de eerste website, destijds bedoeld als aanvulling op de papieren krant. Ik kan mij die tijd nog heugen, veel kranten maakten er in die tijd een start mee. Tot hoofdredacteuren drong het besef door dat hun dagblad een grote sprong voorwaarts moest maken om te kunnen overleven. Ouderen, zoals ik, beleven er een genoegen aan om het moment af te wachten dat de krant door de brievenbus wordt geschoven. Om vervolgens de knisperende pagina’s in de hand te houden en de drukinkt te ruiken. Maar wij sterven uit. De jeugd is altijd online en is dan ook veel eerder op de hoogte van het nieuws dan de abonnee van de papieren krant die elke dag hoopt dat de krantenbezorger op tijd langs komt. Niets zo irritant als een krant die te laat wordt bezorgd.

Betaalmuur

Het ‘verdienmodel’ is al gedeeltelijk verschoven van print naar online. Eerst waren artikelen van een krant op het internet gratis te raadplegen, maar tegenwoordig is – terecht – een betaalmuur opgetrokken. Voor NRC Handelblad – Vandermeersch heeft het trouwens consequent over het merk ‘NRC’ – gebeurde dat in 2015. Soms wordt die betaalmuur even omlaaggehaald om potentiële klanten te laten wennen aan de online berichtgeving: een aantal digitale artikelen wordt gratis ingezet om iemand vertrouwd te maken met deze prettige dienstverlening. Vervolgens wordt diegene verleid voortaan te gaan betalen door de betaalmuur weer op te trekken. Ik kan erover meepraten, het is een zure gewaarwording om opeens weer tegen die muur aan te kijken.

In de begintijd, halverwege de jaren negentig, stelden de websites van kranten weinig voor. Men verwaardigde zich op de burelen hooguit om een selectie van artikelen op de website te plaatsen. Die artikelen verschenen daar integraal, als pdf-bestand. Later kregen de in het leven geroepen internetredacties de taak om zélf artikelen te gaan schrijven voor de internetaanvulling van de krant. Daarnaast werden artikelen uit de papieren krant bewerkt voor het lezende publiek op internet. In de praktijk betekende dit: kort en bondig schrijven, bij voorkeur in de actieve vorm. Uitwaaierende zinnen bestaande uit bijzinnen en terzijdes waren uit den boze.

Internetschrijven rekende af met de eeuwenoude schrijfcultuur en schurkte aan tegen de spreekcultuur, met dien verstande dat de grammaticale regels in ere werden gehouden.

Fremdkörper

Internetredacties waren in het begin onderbemand. Het was daarom keihard werken geblazen. Het voordeel was dat je als redacteur op zo’n internetredactie, in feite een ‘Fremdkörper’ binnen de krant, over van alles en nog wat kon schrijven. De schotten tussen binnenlandse en buitenlandse berichtgeving, sport en kunst, en noem maar op, waren daar nog niet stringent aangebracht. Als redacteur was je allround.

Die tijd ligt achter ons. Bij NRC werd in 2006 NRC Next (gepositioneerd als ‘nrc.next’) opgericht en deze ochtendkrant was al gauw een succes. Niet alleen door de aantrekkelijke cadeaus die je kreeg als je abonnee werd, maar ook door de wijze waarop de kolommen werden gevuld. Gemikt werd op de doelgroep van jongeren en zodoende werden in de nieuwe printuitgave de beginselen van het internetschrijven overgenomen. De vormgeving was net zo belangrijk. NRC Next oogt nog steeds fris, is overzichtelijk, bestaat voornamelijk uit artikelen van beperkte lengte en verleent aan fotografie op de pagina’s een prominente plaats.

Spreektaal

NRC Next was bestemd voor ‘de nieuwe generatie geïnteresseerde mediagebruikers die anders omgaat met nieuws en informatie’, aldus voormalig NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma. Maar anno 2017 is dat allang niet meer zo. Ook ‘ouderen’, zeg mensen vanaf 35 jaar, lezen nu graag NRC Next vanwege de toegankelijkheid van het nieuws.

In de ochtendkrant NRC Next staan tegenwoordig veel meer dan voorheen artikelen uit de middagkrant NRC Handelsblad. Dit is mogelijk geworden doordat ook de wijze van berichtgeving in NRC Handelsblad behoorlijk is veranderd. Redacteuren hebben de opdracht losser te schrijven. Ook hier nadert de toon van menig artikel de spreektaal. Artikelen zijn veelal kort, feitelijke informatie wordt gestapeld in kaderstukjes, fotografie heeft een belangrijke plaats in het dagblad, en heel wat columnisten kletsen wat af in hun ‘hoekje’.

Achtergrondinformatie en duiding van het nieuws worden op een nieuwe manier gebracht. Je ziet het ook in een krant als de Volkskrant. Een artikel over een bepaald onderwerp is bijvoorbeeld gesteld in een aantal vragen met bijbehorende antwoorden. Zo word je als lezer snel en op overzichtelijke wijze ingelicht. Of gekozen wordt voor een praatje bij een plaatje. Aan de hand van portretfotootjes wordt bijvoorbeeld summier de doopceel van de nieuwe lichting ministers en staatssecretarissen gelicht. De opiniepagina’s heeft de redactie daarentegen niet in de hand, want die worden meestal volgeschreven door buitenstaanders. Redacteuren hebben er een hele kluif aan om vooral langere ingezonden stukken te herschrijven volgens de principes van de internetjournalistiek: leesbaar en to-the-point. Regelmatig valt te zien dat dit maar tot op zekere hoogte is gelukt. Vooral academici en politici zijn berucht om hun omslachtig proza, gelardeerd met jargon.

Merk ‘NRC’

Hoofdredacteur Peter Vandermeersch heeft recht van spreken: ook de papieren krant is tegenwoordig het resultaat van de uitgangspunten van de online journalistiek. Maar daarmee is niet het hele verhaal verteld. Veelzeggender is dat het dagblad definitief de ommezwaai heeft gemaakt van ‘multimediaal’ naar ‘crossmediaal’. In de tijd dat de websites werden opgetuigd en internetredacties nog relatief zelfstandig waren, was in zekere zin sprake van twee parallelle ‘werkelijkheden’: die van de offline en die van de online krant. Er waren dan wel interacties en kruisbestuivingen, maar nu is duidelijk gekozen voor een allesomvattend online ‘concept’: het merk ‘NRC’ van waaruit de nieuwsproductie in alle verschillende mediakanalen terechtkomt.

Het nieuws wordt als vanouds in woorden gevat, maar binnen een tekst wordt verwezen naar aanverwante artikelen die extra uitleg en duiding bieden, naar video’s, naar podcasts, naar berichtgeving op de sociale media. Alles is in dit verband complementair en kan elk uur worden ververst.

Het nieuws wordt zo rijk en veelomvattend. Bijkomend effect is dat veel meer wordt ingehaakt op de individuele behoeften van de lezer. Die slaat al surfend op internet zijn eigen pad in. Verder kan de lezer door allerlei fora op internet op een interactieve manier betrokken worden bij de nieuwsgaring.

Omwenteling

NRC is zeker niet het eerste medium dat zich, hoewel vanuit de coulissen, op deze manier profileert. Kranten als de Volkskrant, Trouw en Het Parool zijn ook hard bezig met de omwenteling naar internetjournalistiek. Maar NRC is wel de eerste die ermee naar buiten treedt, denk ik. En dat is natuurlijk nieuws.

Hoofdredacteur Peter Vandermeersch zegt in genoemde blog dat de kern van de boodschap ‘goede journalistiek’ blijft. Wie geeft hem ongelijk? Maar het is niet waar dat de ‘dragers’, papier en digitaal, even belangrijk zijn. Een papieren krant anno 2017 zonder aanvulling van digitale berichtgeving is verstoken van ‘hot news’. Het gaat om de combinatie van papieren en digitale ‘drager’, totdat de laatste abonnee van de papieren versie het loodje legt. Dan gaat het nog uitsluitend om het digitale nieuws, op tablets en smartphones. Het nieuws is vanaf dat moment altijd vers en je hoeft niet langer te wachten op het bezorgen van de dagelijkse krant.

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Reageer ook One Comment

  • Reinout Koperdraat schreef:

    Fantastisch allemaal, maar tegelijk moe – zodra je je afvraagt hoe dit crossmediale geheel gearchiveerd zou moeten worden… De aloude Knipseldiensten (zoals Vaz Dias e.a.) kunnen dit zeker niet aan op de klassieke wijze met de schaar. Ofwel: de geschiedschrijving staat op het spel…!

Uw reactie