Vaak misstaat nieuwbouw in een bestaande woonwijk. Dan is zo’n nieuwkomer een dissonant ten opzichte van de omliggende omgeving. Maar dat geldt niet voor het architectonisch hoogstandje op Apollolaan 171 in Amsterdam.
Aan de Apollolaan in Amsterdam, in het hart van Zuid, op nummer 171, is eind vorig jaar een nieuw kantoorgebouw opgeleverd. Op de plaats waar eerder het grauwe bankgebouw van JP Morgan stond, een kist van Quist, d.i. architect Wim Quist.
Dagelijks lopen we erlangs met onze hondjes Dollie en Tommie. De bouw hebben we in al zijn fasen mogen aanschouwen. Eerst was ik tijdens de voortgang tamelijk sceptisch. Zou hier zo’n lelijke kolos komen, op deze prachtige plek? Maar nu het af is, ben ik helemaal om. De kubistische vormen, de bruin-beige kleur, het transparante glas van de gevels – ogenschijnlijk in het gelid gehouden door metalen matellen – waarin de bomen van de brede groenstrook ertegenover bij zonnig weer weerspiegelen: wonderschoon allemaal. Aan de achterkant grenst het kantoorgebouw aan de Titiaanstraat en daar zijn de kubussen bekleed met bruine bakstenen, wat goed aansluit bij de woningen in deze straat.
Vier ballen
Architectuurrecensent Bernhard Hulsman was in NRC even enthousiast, maar dan met diens deskundig oog. Hij gaf het gebouw, ontworpen door David Gianotten van architectenbureau OMA, vier ballen. Wat mij betreft, met mijn lekenoog, hadden het er vijf mogen zijn. Temeer omdat dit nieuwe kantoorgebouw harmonieert met het schuin tegenover liggende laat-modernistische Hilton-hotel, dat tot stand werd gebracht onder auspiciën van Huig Maaskant. Hetzelfde geldt voor de twee structuralistische ‘Apolloscholen’ van Herman Hertzberger die er recht tegenover liggen.
Vanbinnen schijnt het ook prachtig te zijn. Toch wil de verhuur na een halfjaar zo te zien niet vlotten. Veel ruimtes staan nog leeg. Hoe kan dat? Apollolaan 171 bevindt zich in een chique wijk met tal van stadsvilla’s. Je bent lopend in een mum van tijd in het centrum en met de auto snel buiten de stad. Het zal aan de huurprijs per vierkante meter liggen: die ligt wat hoger dan die van veel bedrijfsruimten in de omgeving, ook van menig kantoor op de Zuid-as.
Ruimteontsluiting
Apollolaan 171 is een ode aan architect Hendrik Berlage, die ook vaak de interieurs van zijn gebouwen ontwierp. Behalve dat dit ontwerp aansluit op modernistische architectuur, misstaat het ook niet in relatie tot de oorspronkelijke bakstenen bebouwing in de buurt. Chris van der Heijden memoreert in een nummer van De Groene Amsterdammer van begin dit jaar Berlages kernachtige omschrijving van geslaagde architectuur: het is ruimteontsluiting. De samenhangende verhouding tussen belendende gebouwen is daarbij van wezenlijk belang. Van der Heijden citeert Max van Rooy in diens biografie over Berlage: “Je hoort de ruimtes a capella zingen.” Pas dan is een stadsplan, ingevuld met bebouwing, groen- en waterstroken, gelukt.
Begin vorige eeuw ontwierp Berlage, in opdracht van de gemeente, Plan Zuid. Dat besloeg het gebied van de huidige Rivierenbuurt, Apollobuurt, Stadionbuurt en een groot deel van de Nieuwe Pijp (Diamantbuurt). In de uitwerking bleven voornamelijk de hoofdlijnen van Plan Zuid overeind, met name het rechte stratenpatroon. Maar zelfs dat niet altijd. Zo had Berlage op de kop van de Minervalaan, op de plaats van het latere Hilton, de Rijksacademie voor Beeldende Kunsten willen realiseren. En aan de andere kant van de Minervalaan, die de Apollolaan kruist, had hij het monumentale Zuiderstation in gedachten. De eerste aanzet van het latere Station Zuid werd daarentegen een halte in de berm van de snelweg.
De Minervalaan had een straat met grandeur moeten worden. Dat is enigszins bereikt, maar het getuigt van grote lulligheid dat de laan – die loopt van het Hilton tot station Amsterdam Zuid – op de hoogte van de Stadionkade, bij het Zuider Amstelkanaal, abrupt stopt. Alleen lopend of fietsend kun je daar de brug over. Pas hierna is er weer baan voor de auto.
Bronzen buste
Berlage was de mening toegedaan dat architectuur een rationele aangelegenheid is. Hij was wars van onnodige versieringen. Dat die her en der in Plan Zuid toch werden aangebracht, lag niet aan hem. In 1914 verliet hij Amsterdam en verhuisde hij naar Den Haag waar hij voor de gefortuneerde familie Kröller-Müller ging werken. Een merkwaardige beslissing van de sociaaldemocraat Berlage die later zelfs sympathie kreeg voor het communisme. Dat Amsterdam hem opdrachten onthield, zal hieraan hebben bijgedragen. Een kapitale blunder van de gemeente, lijkt mij achteraf.
Voor de ingang van Apollolaan 171 is een beeld neergezet van Berlage. Het is een bronzen buste van de vermaarde architect, gemaakt door de Franse kunstenaar Xavier Veilhan. Je ziet Berlage peinzend met een pen in zijn rechterhand. Zijn gezicht is geometrisch vormgegeven, met vlakken, wat een aardige referentie is naar het gebruik van vorm, grootte en ruimte in de architectuur. Van Berlage bestaan in deze houding een aantal foto’s, waarop hij werkt aan een zorgvuldig reisverslag of een prachtige tekening. Grappig is natuurlijk wel dat een hedendaags beeld van deze erflater archaïsch, namelijk met een pen in de hand, wordt uitgebeeld. Hierdoor is het, ondanks de creatieve vorm, een realistische afbeelding.
Aan de kant van de Michelangelostraat is het kunstwerk van Tracy Emin herplaatst. Eerder stond dit op de blinde muur van de bank van JP Morgan. Het kunstwerk, de tekst ‘The more of you the more I love you’ in neonletters komt goed uit de verf op de ruit van het nieuwe gebouw.
Zoektocht
Max van Rooy, de kleinzoon van Berlage, werkte met onderbrekingen maar liefst 44 jaar aan zijn biografie van zijn grootvader, getiteld ‘Heb ik dat gemaakt?’. En dan eindigt het boek ook nog eens in 1914, het jaar dat Berlage – de man die zijn naam verleende aan de Beurs van Berlage en de Berlagebrug – Amsterdam de rug toe keerde. Een tweede deel zou de periode tot aan de dood van Berlage in 1934 moeten beslaan. Maar dat zat er niet in: Van Rooy overleed in 2022 kort nadat het eerste deel verscheen. De dag na zijn overlijden, op 8 december, verscheen er in de Volkskrant een interview van Bob Witman met Max van Rooy. Die zegt onder andere het volgende over zijn grootvader: “In zijn tekeningen herken je een onvermoeibare zoektocht naar schoonheid, naar betekenis, naar kleur, naar hoe de schaduw valt, naar al die talloze details die zo belangrijk zijn in de architectuur.”
Binnen architectuurbureau OMA zal men dit geweten hebben. Het ontwerp van Apollolaan 171 kun je beschouwen als een hedendaagse versie van een tekening van Berlage waarin die zoektocht tot een goed einde is gebracht.
Hey Jelle,
Weet niet helemaal hoe mijn – onbesuisde – reactie zal landen (of niet). Ja, meester Jeensma: voortreffelijk geanalyseerd maar ik had in NRC ook Hulsman gelezen en denk, te M., een provinciestadje, vaker dan me lief was: Amsterdams plaatselijk nieuws, dat ver afstaat van mijn dagelijkse interessen. En daarna, in deze beslist barre tijden, schiet me te binnen: al die mensen, die nu al jaren roepen “Ik stem altijd op Geert” zouden die, meer onbewust dan bewust, ook zoiets hebben?
Ja, zo’n stukje is inderdaad nogal randstedelijk georiënteerd, Bob. Maar ja, ik woon al – met een kleine onderbreking – vijfenveertig jaar in Mokum en spreek nu eenmaal regelmatig vanuit die habitat. Overigens is dit artikel per toeval op mijn site beland. Op Facebook schrijf ik tegenwoordig met enige regelmaat korte stukken, van hooguit een paar honderd woorden. De aanleiding van die stukjes is meestal iets wat ik tijdens mijn wandelingen tegenkom in de stad. Zo ook die nieuwbouw aan de Apollolaan met de buste van Berlage. Alleen bleek ik bij het schrijven hiervan de duizend woorden te zijn gepasseerd. Vandaar dat ik toen besloot om het op de site te plaatsen. Zelf heb ik daar niet zo’n moeite mee gezien het motto waarmee ik schrijf: alles mag, niets hoeft.
Overigens begrijp ik jouw opmerking niet zo goed over mensen die, meer onbewust dan bewust, op Geert stemmen omdat ze, en nu interpreteer ik jouw zinsnede, zich achtergesteld voelen door al die aandacht voor de Randstad, en Amsterdam in het bijzonder. Zelf geloof ik niet zo in die oppositie tussen Randstad en daarbuiten. Wel in die van stad en platteland. De statistieken laten dan ook zien dat de ondemocratische en racistische PVV nogal wat stemmen heeft vergaard buiten de grote steden. Gedreven door rancune en ressentiment (‘Wacht maar, er komen tribunalen!’). Voortkomend uit zelfgenoegzaamheid. Zonder enige compassie en empathie (‘Eigen volk eerst’). Stemmers op de PVV zijn geen slachtoffers. Het zijn daders omdat ze hun medewerking verlenen aan het ondermijnen van de democratie (‘De NPO moet worden geëlimineerd en D66-rechters uit hun ambt ontzegd’).
Mooi artikel over een zeer bijzondere stadsarchitect. Heb gemist dat hij ook nog vereeuwigd is met een massief bronzen beeld op de brug van Weesperstraat en Mauritskade… Jammer, want dan had je wat meer kans gehad op een veel betere belichting. Nu doet het gefotografeerde borstbeeld in jouw artikel pijn aan mijn ogen als fotograaf.
Je had op een ander tijdstip van de dag moeten terugkomen… Dit is pijnlijk voor de meester van het daglicht.
Het kan mij zijn ontgaan, maar ik dacht niet dat daar, op de brug van de Weesperstraat nabij de Mauritskade, een massief bronzen beeld van Berlage staat. Wel stond daar vroeger het standbeeld van Floor Wibaut, vermaard wethouder van Amsterdam. Dat standbeeld is inmiddels verplaatst naar de middenberm van de Wibautstraat, op de hoogte van het Rhijnspoorplein. Er is in de stad wel een andere plaats waar een standbeeld van Berlage staat, namelijk op het Victorieplein, scharnierpunt in het ontwerp van Plan Zuid.
En verder: ik realiseer mij dat ik geen professioneel fotograaf ben. In het voorbijgaan maak ik kiekjes met mijn smartphone. Je hebt gelijk, dat gaat beslist ten koste van de kwaliteit.