Skip to main content

Cor Jaring.png

De mens is een verhalenverteller, het is al vaak gezegd. Verhalen in woorden, maar tegenwoordig steeds vaker in beelden. Elke film kent een verhalende structuur, tot stand gebracht door de montage. Maar ook een foto kan een verhaal in zich bergen. Dat geldt zeker voor de foto’s van Cor Jaring, chroniqueur van Amsterdam.

Fotograaf Cor Jaring, die in 2013 overleed, is vooral bekend vanwege zijn foto’s van Provo uit de jaren zestig, toen Amsterdam een ‘magies centrum’ was. Je vraagt je af of het toeval is dat juist ten tijde van de huidige revolte aan de Universiteit van Amsterdam – tegen het rendementsdenken, voor democratisering – Provo en Cor Jaring in de belangstelling staan.

Op dit moment draait ‘Rebelse stad’, de documentaire over Provo, in de bioscoop. Vanaf vandaag opent het Stadsarchief Amsterdam een tentoonstelling over het werk van Cor Jaring en Huis Marseille doet dat een dag later met een eigen tentoonstelling van deze Amsterdamse fotograaf.

Rebelse dagen

Opmerkelijk al die belangstelling nu voor Cor Jaring. Dat moet ook komen doordat zijn foto’s, vaak in zwart-wit, zo naturel het Amsterdamse stadsleven uit die rebelse dagen uitbeelden. Het is vooral de bevrijding van de drukkende jaren vijftig die Jaring uitbeeldt. Dat gevoel van vrijheid werd uitgeleefd met ludieke acties.

Neem die foto van Bart Huges die in 1965 met een tandartsboor een gaatje (een ‘derde oog’) in zijn schedel boort om permanent ‘high’ te kunnen zijn. In deze foto balt zich een tijdperk samen. Jaring fotografeerde dit lugubere tafereel in zwart-wit, maar naar nu blijkt zijn er ook kleurafdrukken van gemaakt; die zijn te zien op de tentoonstelling in het Stadsarchief.

Iconische beelden

De foto’s van Jaring vertellen altijd een verhaal, of dat nu het verhaal van Amsterdamse havenarbeiders in de jaren zestig is of van Japan, later, toen hij ging reizen. Hij maakte foto’s die niet onder doen voor die van Ed van der Elsken.

Saillant was het nieuws onlangs dat in het archief van Cor Jaring foto’s zitten die niet door hem zijn gemaakt, maar door collega-fotograaf Hans Wöhlken. Dat geldt zeker voor tweeduizend van de 70 duizend negatieven die Jaring aan het Stadsarchief afstond. In de Volkskrant van afgelopen zaterdag werd uit de doeken gedaan dat Hans Wöhlken (75) de maker blijkt van ‘iconische beelden’. Bijvoorbeeld “die van de politieman bij de walmende rookbom op de huwelijksdag van prinses Beatrix en Claus”. In de documentaire ‘Rebelse stad’ “houdt Jaring deze foto omhoog. Maar die is dus niet van hem, net zomin als de (ingekleurde) foto die tot reclameposter van de documentaire werd verkozen: ook al van Wöhlken”.

Midden jaren tachtig stond Cor Jaring nog niet zo levendig in de belangstelling. In oktober 1987 werd veel fotowerk van hem geveild bij veilinghuis Christie’s. Ik was erbij en constateerde dat hij voor de meeste van zijn verkochte foto’s hooguit honderd tot honderdvijftig gulden beurde. Hoeveel zouden die foto’s nu opbrengen?

Beroemde foto

Voor de foto van de politieman bij de walmende rookbom op de huwelijksdag van Beatrix en Claus trok iemand 420 gulden uit. Maar dit was dus een foto van Wöhlken. En voor de beroemde foto ‘Het Lieverdje in vuur en vlam’ legde een andere bieder 220 gulden neer. Maar die blijkt nu ook van Wöhlken te zijn.

Hans Wöhlken laat zich in genoemd artikel uit de Volkskrant niet rancuneus uit over Cor Jaring. “We hebben gefotografeerd. We hebben het leuk gehad. Dan ga ik daar nu toch niet over zeuren?”

Op mijn netvlies staat nog steeds gebrand hoe Cor Jaring na afloop van de veiling op 13 oktober 1987 het veilinggebouw verliet. Hij liep daar moederziel alleen, ik keek hem na. Zijn rug gebogen. Vond hij dat hij te weinig erkenning had gekregen door de veelal tegenvallende verkoop? Veel foto’s waren immers ver onder de richtprijs verkocht. Of dacht hij op dat moment aan Hans Wöhlken? In deze gedachte schuilt ook alweer een verhaal. Wie gaat dat vertellen?

Publicatiedatum: 13 maart 2015

Jelle

Schrijver Jelle

Als journalist publiceerde ik over uiteenlopende onderwerpen, maar vooral over film, literatuur en onderwijs. Ik redigeerde boeken, tijdschriften, brochures en artikelen. Van diverse filmbladen en universiteitsbladen was ik hoofd- of eindredacteur. Bij een dagblad was ik chef kunst. Als freelancer werkte ik voor verschillende journalistenbureaus. Als ghostwriter kroop ik in de huid van anderen en schreef ik zowel persoonlijke als zakelijke stukken.

Bekijk de essays van Jelle

Uw reactie