De in Den Helder woonachtige beeldend kunstenaar Rob Scholte heeft maandag de rechtszaak gewonnen die de gemeente tegen hem had aangespannen. Dit betekent dat het Rob Scholte Museum, gevestigd in een voormalig postkantoor, voor de stad in de kop van Noord-Holland behouden blijft. Voorlopig althans. Het is onbegrijpelijk dat een gemeente met zo weinig kunst binnen de stadsgrenzen Scholte niet koestert.
Geen kwaad woord over Den Helder! Als ik vertel dat ik er ben opgegroeid, kijken mensen mij aan met een blik die boekdelen spreekt: ‘Ach, arme stakker!’ En dat terwijl ze die plaats alleen kennen omdat ze op doortocht waren naar Texel. Misschien laten zij zich leiden door de vermeende oorsprong van ‘Helder’, de naam die de stad tot 1928 droeg. ‘Helder’ zou afstammen van ‘Helsdeur’, een diep zeegat in het Marsdiep waarin vijandelijke schepen die koers zetten naar de Zuiderzee vanaf de kustlijn een makkelijk doelwit waren.
Maar deze verklaring kan net zo goed een verzinsel zijn. Buiten kijf staat dat Den Helder op veel buitenstaanders een wat zielloze indruk maakt. Dat komt doordat haar ziel, het oude stadshart, tijdens de Tweede Wereldoorlog is omgebracht. Niet door de geallieerden omdat het hier een havenstad betrof, maar door de bezetters. De Duitsers sloopten de binnenstad ten behoeve van de ‘Atlantikwall’, die een eventuele Engelse invasie moest beletten.
Tegenwind
Voor mij als kind was het fijn om op te groeien in de marinestad. Als buitenkind zwierf ik door de uitgestrekte duinen, in het bos ‘Donkere duinen’, over het brede strand en langs de havens. Dichtbij huis waren in het voorjaar ook nog eens de kleurrijke bloembollenvelden. Als je op je rug in het gras lag, zag je de mooiste wolken aan de hemel voorbijschieten. Je had op de fiets altijd tegenwind, omdat de stad van drie kanten is omgeven door water waarvandaan de luchtbewegingen continu naderen. Maar het luchtruim wordt telkens weer leeggeblazen, zodat Den Helder – ook wel Nieuwediep genoemd – de meeste zonuren van ons land heeft.
Door haar ligging is de stad geïsoleerd. Ja, Texel is vlakbij, maar dan moet je nog altijd met de boot oversteken. Aan de andere kant ligt Alkmaar, niet minder dan 42 kilometer verderop. En het duurt minstens vijf kwartier voordat je met de trein in Amsterdam bent. Welkome beïnvloeding door een nabijgelegen grote stad ontbreekt zodoende. Door de alom aanwezige marine is er lange tijd sprake geweest van een eenzijdige bevolkingssamenstelling: je vader was marineman of je vader werkte op de werf voor de marine. Tegenwoordig gaat het economisch gezien niet meer zo goed met de havenstad doordat er jarenlang stevig is bezuinigd op de marine. De offshoresector die er gedeeltelijk voor in de plaats kwam, heeft dit niet kunnen compenseren. Resultaat: toenemende werkloosheid en verloedering.
In zichzelf gekeerd
Het gemeentelijk bestuur heeft het tij onvoldoende kunnen keren. Dat komt doordat ook de lokale bestuurders het product zijn van de stad: in zichzelf gekeerd. Af en toe wordt een burgemeester van elders ingevlogen om het amateurisme in de gemeenteraad bij te sturen. Maar gemeenteraadsleden blijven elkaar in de haren vliegen. Wethouders komen soms ook in de vuurlinie te staan. Zo werd twee jaar geleden wethouder Geurt Visser weggestuurd, omdat hij zich maandenlang niet gedroeg ‘volgens de normen en waarden die bij een wethouder horen’. Hij had zich schuldig gemaakt aan seksisme tegenover vrouwen.
Den Helder profileert zich namens de toeristenbranche als ‘stad van Napoleon’ en dat is goed gekozen. Aan het begin van de negentiende eeuw, tijdens de Restauratie van 1813 tot 1820, werden Napoleontische bestuurders in ons land namelijk getypeerd als ‘windvanen’. Historicus Matthijs Lok legt in zijn boek met de gelijknamige titel (2009) uit wat er onder ‘windvaan’ in die tijd begrepen werd. Die kon vier gedaanten aannemen: de weerhaan die met elke wind meedraaide, de baantjesjager die bereid was voor eigen gewin politieke principes in te leveren, de kameleon die als opportunist van politieke kleur kon veranderen, en de Judas die als verrader en overloper werd gekenmerkt. Is die praktijk van weleer nog steeds aanwezig in Den Helder? Laat ik mij tot de feiten beperken: vast staat dat het Napoleon Bonaparte was die van de stad een marinestad maakte, met een stelling van forten en verbindingsdijken. Hij bezocht (Den) Helder van 15 tot 17 oktober 1811.
Postkantoor
Het culturele erfgoed is in Den Helder dun gezaaid. Je hebt er de sympathieke en actieve kunstgalerie ‘Windkracht 13’ en je vindt er, nabij station-Zuid, de prachtige sculpturen van Ruud van de Wint in het mooi aangelegde natuurgebied De Nollen. Hij heeft de stad tevens verrijkt met mooie lantaarns en bruggen. Maar verder? Niet zo veel. Gelukkig vestigde beeldend kunstenaar Rob Scholte zich in 2008 in de marinestad, in een voormalig postkantoor pal naast het centraal station. In mijn jeugd bezocht ik dat postkantoor regelmatig; het was een robuust gebouw, in 1967 ontworpen door architect Jo Kruger, vol licht en lucht.
Rob Scholte ging er wonen met zijn gezin, richtte daar zijn atelier in en creëerde een museale ruimte. Het Rob Scholte Museum was geboren. Behalve dat de kunstenaar zijn eigen werk in het museum onderbracht, gaf hij onderdak aan – zo valt te lezen op de site van het museum – een indrukwekkende collectie bestaande uit het werk van vele andere kunstenaars, zoals Christian Boltanski, Rob van Koningsbruggen en Andy Warhol.
Als eigentijdse kunstenaar ‘speelt Scholte met copyright’, wat betekent dat hij voortdurend reageert op ‘gemedialiseerde’ beelden. Hij voorziet iconen van nieuwe betekenissen. In Museum de Fundatie in Zwolle stelde hij vorig jaar – door nijvere moeders, grootmoeders en overgrootmoeders met de handgemaakte – borduurwerken ten toon. Hij voorzag de borduurwerken van zijn handtekening en lijstte ze omgekeerd in, dus met de achterkant aan de voorzijde.
Is het werk van deze Helderse kunstenaar vanuit kunsthistorisch gezichtspunt esthetisch? Bezit het een bepaalde schoonheid? Het zijn traditionele vragen waaraan postmodernist Rob Scholte geen boodschap heeft.
In natura
De gemeente, eigenaar, wil het gebouw verkopen en daarom moet Rob Scholte eruit. Scholte wil evenwel van geen wijken weten en na een langslepend meningsverschil kwam de zaak in kort geding voor de rechter. Afgelopen maandag oordeelde de rechter dat Scholte niet kan worden uitgezet. De twee gebruiksovereenkomsten die de gemeente met Scholte is aangegaan, moeten worden aangemerkt als huurovereenkomsten. De kunstenaar betaalt weliswaar geen huur, maar levert een tegenprestatie in natura door exposities voor het publiek open te stellen. De gemeente had hiermee ingestemd blijkens de volgende zinsnede in de overeenkomst voor museumruimte: ‘Het leveren van een bijdrage aan het culturele klimaat en de culturele uitstraling van Den Helder.’ Scholte heeft dus huurbescherming.
Rob Scholte staat niet alleen. Vrienden van het Rob Scholte Museum ondertekenden een open brief gericht aan het college van burgemeester en wethouders in Den Helder. Het is een lange lijst waarop namen staan van Sjarel Ex, Remco Campert, Melle Daamen en Hedy D’Ancona. Kwaaie pier is wethouder en loco-burgemeester Pieter Kos. Uitgever Theo Knippenberg maakt gehakt van hem in een toelichting op de open brief: ‘Hoe is het mogelijk, dat in dít land een wethouder met leugens en bedrog een belangrijk kunstenaar als Rob Scholte bewust slachtoffert om daarmee zijn eigen baantje veilig te stellen? Een wethouder, die daarna nog ‘haha’-grappen over deze kunstenaar maakt en met zijn collega yup-wethouder twittert over de schoenen, die hij lekker wel draagt en Rob niet (meer)…’ Zoals bekend verloor Rob Scholte in 1994 beide benen bij een bomaanslag op zijn auto in de Amsterdamse Jordaan.
Gekonkel
Pieter Kos, voormalig fractievoorzitter van GroenLinks in Leiden en afgelopen dinsdag als lijsttrekker van de Stadspartij in Den Helder aangewezen, zegt af te willen van ’het gekonkel, de spelletjes en de vriendjespolitiek’ in de Helderse politiek. Kos – ‘strateeg, onderhandelaar, constructief gericht op mens en resultaat’, volgens zijn profiel op LinkedIn uit zijn Leidse tijd – heeft het geschil met Rob Scholte niet weten op te lossen. Namens de gemeente zou hij nu een bodemprocedure kunnen aanspannen om Scholte alsnog uit te roken uit het voormalige postkantoor. Maar dat kan lang duren. Beter zou zijn als hij ingaat op de handreiking van Scholte om ‘verder te praten over de definitieve vestiging van het Rob Scholte Museum’. De beeldend kunstenaar kan, nog meer dan nu, ‘een bijdrage leveren aan het culturele klimaat en de culturele uitstraling van Den Helder’.
Wethouder Pieter Kos doet er goed aan het advies van Rudi Fuchs, voormalig directeur van het Stedelijk Museum Amsterdam, ter harte te nemen. In HP/De Tijd van deze week verklaart Fuchs: ‘Ieder initiatief van een kunstenaar is van belang. […] Bovendien is Rob Scholte een dwarsligger en dat kunnen ze in Den Helder wel gebruiken.’
Reageer ook One Comment