Kan film op hetzelfde niveau komen als literatuur? Of preciezer gezegd, heeft film een vergelijkbare impact op de kijker als literatuur op de lezer?
Deze kwestie brengt filmcriticus Gawie Keyser naar voren in De Groene Amsterdammer. Hij doet dit naar aanleiding van de tentoonstelling ‘Michelangelo Antonioni: ‘Il maestro del cinema moderno’ in het Amsterdamse filmmuseum Eye. Film en literatuur zijn al vaker met elkaar vergeleken, maar niet zozeer op het vlak van ‘impact’: de mate waarin je als kijker of lezer wordt geráákt.
Regisseur Michelangelo Antonioni (1912-2007) is vooral bekend geworden door drie films die hij vanaf de jaren zestig maakte: ‘L’Avventura’ (Het avontuur, 1960), ‘La Notte’ (De nacht, 1961) en ‘L’Eclisse’ (De eclips, 1962). Het zijn drie prachtig geschoten zwart-witfilms, deze trilogie, met steeds een prominente rol voor de mooie actrice Monica Vitti. Antonioni filmt zijn personages in abstract aandoende landschappen of steden, waarbij menig beeld je onwillekeurig doet denken aan de moderne schilderkunst. De geometrische lijnen, het spel van het licht, de weloverwogen plaats van personages in het kader: het is een waar genot om naar te kijken. Alleen daarom al is het de moeite waard om deze tentoonstelling te bezoeken. Er is een aantal fragmenten uit Antonioni’s filmoeuvre te zien; en wat bijzonder is: ook van de documentaires die hij heeft gemaakt.
Keerpunt
Op de tentoonstelling valt te lezen dat de eerste film van de trilogie, ‘L’Avventura’, als een keerpunt geldt in de filmgeschiedenis en als het begin van de moderne cinema. “Antonioni vernieuwt met deze film de filmgrammatica en brengt vervreemding, verveling, eenzaamheid en het onvermogen tot communiceren over met een uitgekiende mise-en-scène en prachtige gekadreerde shots. Verhaal, dialoog en actie vond hij minder belangrijk.”
Filmcriticus Gawie Keyser voegt daar in zijn artikel in De Groene aan toe: “(…) dat cinema zo essentieel kan zijn, meer een ervaring [cursivering van mij] waarin de toeschouwer fuseert met de personages dan een ‘voorstelling’ waar je simpelweg naar zit te kijken – dat laat Antonioni zien.”
Narratieve structuur
Antonioni wilde met zijn films de ‘menselijke conditie’ in een snel veranderende maatschappij uitbeelden. Aan het begin van de jaren zestig was de industrialisatie in West-Europa goed zichtbaar. Het decor wordt gevormd door een desolate natuur of een kille stedelijke omgeving. Door zo’n deprimerende achtergrond benadrukte Antonioni het gemoed van zijn personages.
Antonioni was een van de eerste regisseurs die de narratieve structuur in film overboord gooide. Het verhaal, de plot, de dialogen – in zijn films zijn ze niet het belangrijkste. Het toeval speelt een belangrijke rol, situaties dienen zich plotseling aan; er zijn open einden. Personages reageren daar wispelturig op; hun gedrag is onvoorspelbaar. Dat wordt in beeld gebracht. Met filmische middelen drukte Antonioni de ‘leefwereld’ van de westerse mens uit.
Zo’n aanpak was tamelijk nieuw in de cinema. Roberto Rossellini deed het al in ‘Viaggio in Italia’ uit 1953. En we zien het ook in ‘Hiroshima, mon amour’, een film uit 1959 van Alain Resnais, waarvan op dit moment een schitterend gerenoveerde kopie in Eye in roulatie is.
Modernisme
In dit opzicht is er een gelijkenis met auteurs als Marcel Proust (‘mémoire involontaire’), James Joyce (‘monologue intérieur’) en William Faulkner (‘stream of consciousness’). Ook in de romans van deze twintigste-eeuwse modernisten draait het in de eerste plaats niet om het verloop van gebeurtenissen, maar om het innerlijk van personages.
Antonioni was een vernieuwer van de cinema. Daarbij waren zijn opvattingen verrassend. Zo ageerde hij níet tegen de industriële maatschappij, gedomineerd door de voortschrijdende techniek. Die nam hij als een gegeven. Net zoals hij de vooraanstaande plaats van de wetenschap niet betwistte. Wel vroeg hij zich af hoe mensen in een geïndividualiseerde wereld contact met elkaar maken. Er is, zonder dat er veel wordt gezegd, een hoop relatieleed in de films van Antonioni. Maar psychologisch kun je zijn films beslist niet noemen: over de beweegredenen van zijn personages blijven we als kijker in het ongewisse. Grote kans dat ze zelf ook niet zo goed weten waarom ze dingen doen of laten.
Urgentie
Een kunstwerk – een roman, een film – is geslaagd als een zekere urgentie wordt overgebracht. Een thema moet ‘ertoe doen’, ons als lezer of kijker bij de keel grijpen. Lukt dat niet, dan vervalt een roman of film tot de categorie van vermaak en ontspanning. Ook niet erg, maar in dat geval zullen wij zo’n roman of film snel vergeten.
Hiermee is niet gezegd dat grote kunst per definitie ernstig moet zijn. Zoals de films van Antonioni ernstig zijn. Er wordt weinig in gelachen en grappen worden er al helemaal niet in gemaakt. Na het zien van een van zijn films ben je onder de indruk van zijn meesterschap, maar je voelt je ook bedrukt. Je vraagt je af: hoe zit het eigenlijk met mij in de deze wereld? Hoe ga ik met anderen om? Maar dat is dan weer de klasse van grote kunst: dat we ons eraan kunnen spiegelen.
Natuurlijk kun je met het geschreven woord veel genuanceerder uitdrukking geven aan iemands geestesgesteldheid. Een beeld toont de buitenkant. Maar de manier waarop Antonioni de omgeving gebruikte om de stemming van een personage te accenturen, hij elk shot neerzette als een uitgekiende compositie, en hij het licht (en later kleur) gebruikte als sfeerbepaler is subliem. Hij was beslist een ‘maestro del cinema moderno’. Antonioni wist met beelden een vergelijkbare impact te bereiken als een schrijver met woorden. En dat is knap.
De tentoonstelling ‘Michelangelo Antonioni: ‘Il maestro del cinema moderno’ in het Amsterdamse Eye is dagelijks te zien tot en met 17 januari 2016.
Publicatiedatum: 21 oktober 2016