Cinemasia had niet een week later geprogrammeerd moeten zijn. Dan was dit filmfestival vanwege de corona-uitbraak afgelast. Nu vond het in de eerste week van maart plaats en zag de filmliefhebber juweeltjes van films. Een uitgelezen kans, want de meeste gaan in ons land niet in distributie.
Een filmfestival dat pretendeert de Aziatische film op de kaart te zetten zadelt zich op met een onmogelijke opgave, want Azië is een reusachtig continent dat 51 landen bevat. Turkije en Rusland behoren ertoe, evenals Japan en Vietnam. Cinemasia richt zich echter op landen die, eurocentrisch gezien, in het Verre Oosten liggen. Vertoond werden ditmaal films uit Indonesië, de Filipijnen, Bhutan, Zuid-Korea, Japan, Taiwan en Maleisië. En iets minder ver weg: uit India.
Uitwerpselen
Drie dingen vielen mij op bij het zien van een aantal films van Cinemasia in Amsterdam. Allereerst dat de kwaliteit van deze dertiende editie over de hele linie opmerkelijk hoog bleek. In het verleden was het aanbod vaak rijp en groen, kon je eerst een adembenemende film zien en vervolgens een niemendalletje. In de tweede plaats, en dat was altijd al zo, bleken de uitgewerkte thema’s universeel. Ook in deze artistieke films gaat het om liefde, lot, geweld en dood. Ten derde blijkt de beeldtaal van menig Aziatische film niet wezenlijk anders te zijn dan die van de westerse film. De artistieke film heeft zijn definitieve vorm gevonden, net zoals de romanvorm mondiaal dezelfde is. Het gevolg is dat op een manier wordt gefilmd die over de hele wereld vertrouwd aandoet. Daardoor kun je je als kijker vooral richten op het verhaal van een film waarin de cultuur van een land zich uitdrukt. Lunana: a Yak in the Classroom van regisseur Pawo Choyning Dorji getuigt daarvan. Deze film gaat over een jonge onderwijzer uit de grote stad die gedwongen wordt enige tijd les te geven in een afgelegen dorp, hoog in de bergen van Bhutan. Het leven is er primitief en gaandeweg leert hij de magie van dit bestaan te waarderen. Hij deelt in de winter het onderdak met een yak, waarvan de uitwerpselen geschikt zijn om de kachel brandende te houden. Door het publiek werd Lunana: a Yak in the Classroom tot de beste film van het festival gekozen. Los van deze publiekswaardering, wanneer zien we in Nederland een film uit Bhutan? Ik ervoer het als een land waarin de mens, althans buiten de steden, onderworpen is aan de natuur. Is dit besef de reden waarom de bevolking van Bhutan bekend staat als de gelukkigste ter wereld?
Dicht op de huid
Ee andere unieke film bleek de documentaire met de prachtige titel The River in Me. Het gaat hier om een etnografische registratie van folkloremuziek in het noordwesten van China. De drie (!) Chinese regisseurs, Ke Yongquan, Yang Zhichun en He Yan, trokken er drie jaar voor uit. Getoond wordt hoe traditionele kunstvormen als de Qinqiang, Piying en Huaer door de in eigen land populaire popmuzikant Su Yang in een eigentijds jasje worden gegoten. En terwijl de traditionele muziekuitvoeringen in dorpen weinig volk trekken, is rockster Su Yang met zijn optredens in steden als Shanghai zeer populair.
Cinemasia programmeert evenwel niet alleen films van zo’n bijzondere signatuur. The Wild Goose Lake van regisseur Diao Yinan past in de traditie van Chinese gangsterfilms. De klopjacht op de voortvluchtige brommerdief Zhou Zenong die per ongeluk een politieagent doodschiet, wordt afwisselend uitgebeeld in de grijze tinten van de film noir – met de onvermijdelijke deprimerende regenbuien – en de felle kleuren van de schreeuwerige neonreclame in de hedendaagse stad.
The Wild Goose Lake is een prachtig gestileerde film, maar dat is The River in Me ook. Het verschil zit ’m erin dat de eerste wordt gekenmerkt door een snelle montage en de tweede door een trage montage.
Bij zo’n trage montage wordt de tijd genomen om een verhaal uit de doeken te doen. Prachtige locaties en landschappen komen in beeld. Of personages worden nauwgezet door de camera gevolgd. In het westen zijn we zo’n langzaam verloop van de plot in de film niet gewend. Beïnvloed door de Amerikaanse cinema volgen beelden elkaar snel op en worden regelmatig sprongen in de tijd gemaakt, zonder dat dit als storend wordt ervaren. Het resultaat is een flitsend beeldverhaal dat de aandacht van de kijker dient vast te houden. Hoe anders is dat in tal van Aziatische films, vooral van Zuid-Koreaanse en Japanse snit! Grote inspirator van deze manier van filmen is ongetwijfeld de Japanse meesterregisseur Yasujiro Ozu. In diens films, zoals in de klassieker Tokyo Story (1953), lijkt er weinig te gebeuren. Personages drentelen heen en weer, meer valt op het eerste gezicht niet op. Stel je je als kijker open voor deze langzame manier van filmen, dan word je meegezogen in het verhaal en leef je van dichtbij met de personages mee.
Tedere relatie
Dat is eveneens het geval in twee andere films die tijdens Cinemasia werden gedraaid: het Hong Kongse Suk Suk van regisseur Ray Yeung en het Zuid-Koreaanse Moonlit Winter van regisseur Lim Dae-hyung. Hier wordt alle tijd genomen om het verhaal te vertellen.
In Suk Suk wordt de zeventigjarige, getrouwde taxichauffeur Pak verliefd op de gepensioneerde weduwnaar Hoi. Tussen de twee mannen ontspint zich een tedere relatie, die zij geheimhouden. Zij weten namelijk dat hun omgeving – de maatschappij waarin zij leven en zeker hun families – deze homseksuele relatie niet zal accepteren.
Iets soortgelijks doet zich voor in Moonlit Winter. Daarin draagt Yoon-hee, een pas gescheiden vrouw van middelbare leeftijd, een geheim met zich mee waaronder zij gebukt gaat. Zij heeft als Koreaanse een plichtmatig leven geleid, dat wil zeggen contrecoeur trad zij in het huwelijk. Op jonge leeftijd was haar grote liefde een vrouw, die zij nooit heeft kunnen vergeten. Vanwege die ontluikende lesbische liefde lieten de ouders van haar geliefde hun dochter opsluiten in een psychiatrische inrichting. De dochter van Yoon-hee reist samen met haar moeder vanuit Zuid-Korea naar een stadje in het noorden van Japan en zorgt ervoor dat die haar jeugdliefde weer ontmoet.
Twee oudere mannen en twee oudere vrouwen die elkaar op onnavolgbare wijze de liefde verklaren. Door het culturele taboe gebeurt dat op een ingehouden manier. Het onderwerp wordt zodoende verrassend origineel uitgewerkt.
Suk Suk en Moonlit Winter zijn films die niet zouden misstaan in de programmering van de Roze Filmdagen: het LHBTQ-filmfestival (afkorting van: lesbisch, homo, bi, transgender, queer), dat van 12 tot 22 maart in Amsterdam zou plaatsvinden. Door toedoen van het coronavirus wordt dit filmfestival nu uitgesteld.
Universele thema’s
Wereldwijd is recentelijk de aandacht uitgegaan naar Parasite, de tragikomische film van de Zuid-Koreaanse regisseur Bong Joon-ho, over een arm gezin dat zich door oplichterij toegang weet te verschaffen tot de kring van een rijke familie. Parasite is met prijzen overladen. Filmfestival Cinemasia bewijst dat andere Aziatische films minstens zo goed zijn. Neem de Tibetaanse film Balloon van de Tibetaanse regisseur Pema Tseden, waarin ook al ernst aan humor wordt gepaard. Kinderen spelen met condooms die zij tot ballonnen opblazen, waardoor hun ouders niet langer beschikken over voorbehoedsmiddelen; het gevolg laat zich raden. Blijkbaar staat zo’n combinatie van zwaarte en scherts garant voor een hoge beoordeling, want de wedstrijdjury van Cinemasia vond dit de beste film van het festival. Zelf vond ik dat van de films die ik heb gezien Homecoming van de Indonesische regisseur Adriyanto Dewo dit jaar de eerste plaats verdiende. Het is een ernstige film, met een hartverscheurend onderwerp. Een pas getrouwd paar veroorzaakt op de weg een ongeluk, waarbij iemand om het leven komt. Ook hier botst de cultuur van de grote stad met die van de arme buitengewesten. Dat blijkt geen stringente scheiding te zijn, want gaandeweg wordt duidelijk dat de traditionele cultuur van Indonesië het huwelijk van het stadse stel ondermijnt. De echtgenote kan geen kinderen krijgen en de echtgenoot wordt om die reden door zijn familie onder druk gezet om met haar te breken.
Cinemasia geeft een inkijkje in culturen die ons niet zo bekend zijn. Het filmfestival maakt daarnaast duidelijk dat al die verschillen tussen culturen relatief zijn. Overal ter wereld gaat het om de fundamentele vraag: hoe om te gaan met liefde, lot, geweld en dood? Dit soort artistieke films, waarin vorm en inhoud naadloos op elkaar aansluiten, biedt de kijker overigens meer dan alleen herkenning, te weten de sensatie van schoonheid en ontroering.
Volgend jaar keert filmfestival Cinemasia terug, hopelijk met een selectie van nieuwe kwaliteitsfilms. En als het coronavirus geen roet in het eten gooit: van 26 mei tot en met 31 mei is in Amsterdam het Arabisch filmfestival, met films uit Tunesië, Syrië, Marokko en Qatar. Andere culturen, zelfde thema’s. Film verbindt ons.
—————————————————————————————
Voordat de bioscopen sloten in verband met het coronavirus waren twee films uit het filmfestival Cinemasia in het reguliere filmcircuit te zien: Suk Suk en The Wild Goose Lake.
Fraai artikel, Jelle. Inderdaad, universele thema’s kunnen de meest uiteenlopende culturen verbinden. Fijn dat jij ons daarin wat wegwijs maakt.